Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats 's-Hertogenbosch (Nederland) op 12 juni 2019 – TQ tegen Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

(Zaak C-441/19)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Rechtbank Den Haag, zittingsplaats 's-Hertogenbosch

Partijen in het hoofdgeding

Verzoeker: TQ

Verweerder: Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Prejudiciële vragen

Dient artikel 10 van richtlijn 2008/115/EG1 (hierna: Terugkeerrichtlijn), gelezen in samenhang met de artikelen 4 en 24 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: Handvest), overweging 22 van de considerans en artikel 5, onder a, van de Terugkeerrichtlijn en artikel 15 van richtlijn 2011/95/EU2 (hierna: Kwalifïcatierichtlijn), aldus te worden uitgelegd dat een lidstaat voordat aan een niet-begeleide minderjarige een terugkeerplicht wordt opgelegd zich ervan dient te vergewissen en hiernaar onderzoek te verrichten of in het land van herkomst in ieder geval in beginsel adequate opvang aanwezig en beschikbaar is?

Dient artikel 6, eerste lid, van de Terugkeerrichtlijn, gelezen in samenhang met artikel 21 van het Handvest, aldus te worden uitgelegd dat het een lidstaat niet is toegestaan om onderscheid naar leeftijd te maken bij toestaan van rechtmatig verblijf op het grondgebied als wordt vastgesteld dat een niet-begeleide minderjarige niet in aanmerking komt voor een vluchtelingenstatus of subsidiaire bescherming?

Dient artikel 6, vierde lid, van de Terugkeerrichtlijn, aldus te worden uitgelegd dat indien een niet-begeleide minderjarige geen gevolg geeft aan zijn terugkeerplicht en de lidstaat geen concrete handelingen verricht en zal verrichten om tot uitzetting over te gaan, de terugkeerplicht dient te worden geschorst en daarmee rechtmatig verblijf moet worden toegestaan? Dient artikel 8, eerste lid, van de Terugkeerrichtlijn. aldus te worden uitgelegd dat het opleggen van een terugkeerbesluit aan een niet-begeleide minderjarige zonder daarna uitzettingshandelingen te verrichten totdat de niet-begeleide minderjarige de leeftijd van achttien jaar bereikt in strijd moet worden geacht met het loyaliteitsbeginsel en het beginsel van gemeenschapstrouw?

____________

1     Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PB 2008, L 348, blz. 98).

2     Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 inzake normen voor de erkenning van onderdanen van derde landen of staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, voor een uniforme status voor vluchtelingen of voor personen die in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming, en voor de inhoud van de verleende bescherming (PB 2011, L 337, blz. 9).