Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour d’appel de Paris (Frankrijk) op 8 oktober 2019 – Republiek Moldavië / Vennootschap Komstroy, rechtsopvolger van de vennootschap Energoalians
(Zaak C-741/19)
Procestaal: Frans
Verwijzende rechter
Cour d'appel de Paris
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Republiek Moldavië
Verwerende partij: Vennootschap Komstroy, rechtsopvolger van de vennootschap Energoalians
Prejudiciële vragen
Moet artikel 1, punt 6, van het Verdrag inzake het Energiehandvest aldus worden uitgelegd dat een vordering die voortvloeit uit een contract voor de verkoop van elektriciteit en die geen bijdrage van de investeerder in de staat van ontvangst inhoudt, een ‚investering’ in de zin van dit artikel kan vormen?
Moet artikel 26, lid 1, van het Verdrag inzake het Energiehandvest aldus worden uitgelegd dat de verwerving door een investeerder van een verdragsluitende partij, van een vordering van een marktdeelnemer die niet afkomstig is uit een van de staten die partij zijn bij dat verdrag, een investering vormt?
Moet artikel 26, lid 1, van het Verdrag inzake het Energiehandvest aldus worden uitgelegd dat een vordering van een investeerder die voortvloeit uit een contract voor de verkoop van elektriciteit die aan de grens van de staat van ontvangst wordt geleverd, een investering kan vormen die op het grondgebied van een andere verdragsluitende partij wordt gedaan, wanneer de investeerder op het grondgebied van die andere verdragsluitende partij geen enkele economische activiteit heeft uitgeoefend?
____________