Language of document :

Beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken (Derde kamer) van 4 mei 2016 – Maes en Strojwas / Commissie

(Zaak F-44/12)1

(Openbare dienst – Ambtenaren – Arbeidscontractanten – Pensioenen – Artikel 11, lid 2, van bijlage VIII bij het Statuut – Pensioenrechten die vóór de indiensttreding bij de Unie in een nationale pensioenregeling zijn verworven – Overdracht aan de pensioenregeling van de Unie – Voorstel voor extrapensioenjaren, door het TABG of het TAOBG gedaan op basis van nieuwe algemene uitvoeringsbepalingen – Exceptie van niet-ontvankelijkheid – Begrip bezwarend besluit – Artikel 83 van het Reglement voor de procesvoering)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: Olivier Maes (Bangkok, Thailand) en Michal Strojwas (Brussel, België) (vertegenwoordigers: aanvankelijk D. de Abreu Caldas, A. Coolen, J.-N. Louis, E. Marchal en S. Orlandi, advocaten, vervolgens D. de Abreu Caldas, J.-N. Louis en S. Orlandi, advocaten, en, ten slotte, J.-N. Louis, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk D. Martin en J. Baquero Cruz, gemachtigden, vervolgens J. Currall en G. Gattinara, gemachtigden, vervolgens G. Gattinara, gemachtigde, en, ten slotte, G. Gattinara en F. Simonetti, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek om nietigverklaring van de voorstellen voor overdracht van de vóór de indiensttreding bij de Commissie verworven pensioenrechten op basis van de berekening die rekening houdt met de nieuwe AUB die na de verzoeken om overdracht in werking zijn getreden

Dictum

Het beroep wordt kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

Maes en Strojwas dragen hun eigen kosten en worden verwezen in de kosten van de Europese Commissie.

____________

1 PB C 184 van 23.6.2012, blz. 25.