Language of document :

Beroep ingesteld op 22 juni 2006 - Bakema / Commissie

(Zaak F-68/06)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoeker: Reint Jacob Bakema (Zuidlaren, Nederland) (vertegenwoordiger: L. Rijpkema, advocaat)

Verweerster: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies van verzoeker

nietig te verklaren het besluit van het tot het aangaan van overeenkomsten bevoegd gezag (TAOBG) van 22 maart 2006;

het TAOBG te gelasten, verzoeker in te delen in functiegroep IV, rang 16;

te verklaren dat verzoeker recht heeft op een billijke schadevergoeding.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeker, een voormalig plaatselijk functionaris voor de technische bijstand, is aangesteld als arbeidscontractant en ingedeeld in functiegroep IV, rang 14.

In zijn verzoekschrift stelt hij dat verweerster een onjuiste toepassing heeft gegeven aan de relevante wettelijke regeling, in het bijzonder artikel 82, lid 2, sub c, van de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen (RAP) en artikel 2 van de algemene uitvoeringsbepalingen 49-2004. Zijns inziens heeft verweerster het in die artikelen gebezigde begrip "diploma" onjuist en willekeurig uitgelegd. Bij de berekening van zijn beroepservaring had zij rekening moeten houden met alle activiteiten die verzoeker na het behalen van zijn "kandidaatsdiploma" heeft verricht.

Voorts betoogt hij dat, ook al was hij vóór zijn aanstelling als arbeidscontractant plaatselijk functionaris voor de technische bijstand, het in artikel 86 van de RAP neergelegde beginsel op zijn geval had moeten worden toegepast. Volgens dat beginsel mag een personeelslid, indien hij een andere functie binnen een functiegroep krijgt, niet in een lagere rang of salaristrap worden ingedeeld dan hij in zijn vroegere functie had.

____________