Language of document : ECLI:EU:C:2016:859

Gevoegde zaken C313/15 en C530/15

Eco-Emballages SA
tegen
Sphère France SAS e.a.

en

Melitta France SAS e.a.
tegen
Ministre de l’Écologie, du Développement durable en de l’Énergie

[verzoeken om een prejudiciële beslissing, ingediend door de tribunal de commerce de Paris (handelsrechter Parijs, Frankrijk) en de Conseil d’État (hoogste bestuursrechter, Frankrijk)]

„Prejudiciële verwijzing – Milieu – Richtlijn 94/62/EG – Artikel 3 – Verpakking en verpakkingsafval – Begrip – Rollen, kokers of cilinders waaromheen flexibele producten zijn gewikkeld (‚rolkernen’) – Richtlijn 2013/2/EU – Geldigheid – Wijziging door de Europese Commissie van de in bijlage I bij richtlijn 94/62/EG opgenomen lijst van voorbeelden van verpakkingen – Onjuiste opvatting van het begrip ‚verpakking’ – Overschrijding van de uitvoeringsbevoegdheden”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Derde kamer) van 10 november 2016

1.        Milieu – Verpakking en verpakkingsafval – Richtlijn 94/62 – Verpakkingen – Begrip – Ruime uitlegging

(Richtlijn 94/62 van het Europees Parlement en de Raad, zoals gewijzigd bij richtlijn 2004/12, overweging 5 en art. 1, 2, lid 1, en 3, punt 1)

2.        Milieu – Verpakking en verpakkingsafval – Richtlijn 94/62 – Verpakkingen – Begrip – Rolkernen in de vorm van rollen, kokers of cilinders – Daaronder begrepen

(Richtlijn 94/62 van het Europees Parlement en de Raad, zoals gewijzigd bij richtlijn 2004/12, art. 3, punt 1, en bijlage I)

1.      Het begrip „verpakking” in de zin van artikel 3, punt 1, van richtlijn 94/62 betreffende verpakking en verpakkingsafval, zoals gewijzigd bij richtlijn 2004/12, moet ruim worden uitgelegd.

Richtlijn 94/62 heeft immers volgens artikel 1 ervan onder meer tot doel, het effect van verpakkingen en verpakkingsafval op het milieu van de lidstaten en van derde landen te voorkomen of te beperken en aldus een hoog milieubeschermingsniveau te waarborgen, door de lidstaten met name de verplichting op te leggen om een systeem voor de inzameling en de terugwinning van verpakkingen en verpakkingsafval op te zetten. Te dien einde is richtlijn 94/62 – blijkens de vijfde overweging en volgens artikel 2, lid 1 – van toepassing op alle in de Europese Unie in de handel gebrachte verpakkingen en op alle verpakkingsafval.

(zie punten 23, 24)

2.      Artikel 3, punt 1, van richtlijn 94/62 betreffende verpakking en verpakkingsafval, zoals gewijzigd bij richtlijn 2004/12, moet aldus worden uitgelegd dat rolkernen, in de vorm van rollen, kokers of cilinders, waaromheen flexibele producten zijn gewikkeld die aan consumenten worden verkocht, „verpakkingen” in de zin van deze bepaling zijn.

Ten eerste doen rolkernen voor deze flexibele producten dienst als houder en haspel, en worden zij dus gebruikt voor zowel het beschermen als het aanbieden van die producten in de zin van artikel 3, punt 1, eerste alinea, van richtlijn 94/62.

Een rolkern beschermt namelijk van binnenuit het flexibele product dat eromheen is gewikkeld, en deze bescherming zorgt voor de stevigheid van dit product, waardoor zij niet alleen de aanbieding ervan mogelijk maakt, maar tevens het vervoer en het gebruik ervan vergemakkelijkt. Bovendien is een rolkern een „wegwerpartikel” in de zin van artikel 3, punt 1, eerste alinea, tweede volzin, van richtlijn 94/62, zodra het eromheen gewikkelde flexibele product is opgebruikt.

Bovendien zijn rolkernen zodanig ontworpen dat zij samen met het eromheen gewikkelde flexibele product voor de consument op het verkooppunt een eenheid vormen, zodat zij beantwoorden aan de definitie van een primaire verpakking in artikel 3, punt 1, tweede alinea, onder a), van richtlijn 94/62.

Ten tweede voldoen rolkernen niet aan de in artikel 3, punt 1, derde alinea, onder i), van richtlijn 94/62 vermelde criteria van de negatieve definitie. Anders dan de mousseline van een theezakje of dan een koffiecapsule, die in bijlage I bij richtlijn 94/62 worden genoemd als voorbeelden van artikelen die geen verpakkingen in de zin van deze bepaling vormen, maakt een rolkern namelijk niet integraal deel uit van het flexibele product waarvoor zij als houder en haspel dienstdoet, en is zij niet bedoeld om samen met dit product te worden verbruikt of verwijderd, maar blijft zij integendeel over en moet zij worden weggeworpen zodra dat product is opgebruikt.

(zie punten 32‑35, 37 en dictum)