Language of document : ECLI:EU:F:2010:128

BESCHIKKING VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN
(Eerste kamer)

26 oktober 2010

Zaak F‑3/10

AB

tegen

Europese Commissie

„Openbare dienst — Arbeidscontractanten — Niet-verlenging van overeenkomst voor bepaalde tijd — Te laat ingediende klacht — Kennelijke niet-ontvankelijkheid”

Betreft: Beroep, ingesteld krachtens artikel 270 VWEU, van toepassing op het EGA-Verdrag op grond van artikel 106 bis ervan, waarbij verzoeker primair vraagt om nietigverklaring van het besluit van de Commissie om zijn overeenkomst van arbeidscontractant niet te verlengen.

Beslissing: Het beroep wordt kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Verzoeker wordt verwezen in de kosten.

Samenvatting

1.      Ambtenaren — Beroep — Beroep tegen besluit tot afwijzing van klacht — Ontvankelijkheid

(Ambtenarenstatuut, art. 90 en 91; regeling andere personeelsleden, art. 117).

2.      Ambtenaren — Beroep — Voorwaarden voor ontvankelijkheid — Regelmatig verloop van voorafgaande administratieve procedure

(Ambtenarenstatuut, art. 90 en 91; regeling andere personeelsleden, art. 117).

1.      Een verzoek om nietigverklaring van een besluit houdende afwijzing van een klacht heeft tot gevolg dat bij de rechter van de Europese Unie beroep wordt ingesteld tegen het besluit waardoor de verzoeker zich bezwaard acht en waartegen die klacht is ingediend.

(cf. punt 23)

Referentie:

Hof: 17 januari 1989, Vainker/Parlement, 293/87, Jurispr. blz. 23, punt 8

Gerecht van eerste aanleg: 23 maart 2004, Theodorakis/Raad, T‑310/02, JurAmbt. blz. I‑A‑95 en II‑427, punt 19; 9 juni 2005, Castets/Commissie, T‑80/04, JurAmbt. blz. I‑A‑161 en II‑729, punt 15

2.      Ingevolge de artikelen 90 en 91 van het Statuut, die op grond van artikel 117 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van overeenkomstige toepassing zijn op arbeidscontractanten, is een beroep dat door een ambtenaar wordt ingesteld tegen de instelling waarbij hij werkzaam is, in beginsel slechts ontvankelijk indien de in die artikelen geregelde voorafgaande administratieve procedure regelmatig is verlopen.

(cf. punt 24)

Referentie:

Hof: 4 juni 1987, P./ESC, 16/86, Jurispr. blz. 2409, punt 6

Gerecht van eerste aanleg: 11 mei 1992, Whitehead/Commissie, T‑34/91, Jurispr. blz. II‑1723, punt 18