Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 2 augustus 2019 door Deutsche Lufthansa AG tegen de beschikking van het Gerecht (Vierde kamer) van 17 mei 2019 in zaak T-764/15, Deutsche Lufthansa AG/ Europese Commissie

(Zaak C-594/19 P)

Procestaal: Duits

Partijen

Rekwirante: Deutsche Lufthansa AG (vertegenwoordiger: A. Martin-Ehlers, Rechtsanwalt)

Andere partijen in de procedure: Europese Commissie, Land Rheinland-Pfalz

Conclusies

de beschikking van het Gerecht van 17 mei 2019 in zaak T-764/15 vernietigen;

de in eerste aanleg ingestelde vordering toewijzen en het daaraan ten grondslag liggende besluit SA.32833 van de Commissie van 1 oktober 20141 nietig verklaren;

subsidiair, de zaak voor afdoening terugverwijzen naar het Gerecht, en

de Commissie verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Rekwirante voert in het verzoekschrift in hogere voorziening in wezen de volgende middelen aan:

Rekwirante was reeds op grond van het Montessori-arrest2 procesbevoegd. De reden hiervoor is dat de verstrekking, uit de cashpool, van een lening van 45 miljoen EUR aan Flughafen Frankfurt-Hahn GmbH een steunmaatregel vormt. Bovendien is aangetoond dat de middelen uit die lening zijn terechtgekomen bij Ryanair.

Indien de zogenoemde Mory-rechtspraak3 wordt toegepast, dan had subsidiair het eerste alternatief moeten worden toegepast. De Commissie heeft wezenlijke feitelijke elementen en bijkomende voordelen buiten beschouwing gelaten. Wegens de schending van rekwirantes procedurele rechten kan niet worden gesteld dat de Commissie een behoorlijke onderzoeksprocedure heeft uitgevoerd. Ook in dat geval is rekwirante individueel geraakt en daarom procesbevoegd.

Subsidiair is het beroep ook ontvankelijk indien het tweede alternatief van de zogenoemde Mory-rechtspraak wordt toegepast, op grond waarvan rekwirante moet aantonen daar haar marktpositie door de steun merkbaar is aangetast. In dit geval is er namelijk sprake van een omkering van de bewijslast, of althans een versoepeling van de bewijslast ten gunste van rekwirante, aangezien de Commissie de bij haar bekende relevante feiten op willekeurige wijze buiten beschouwing heeft gelaten. Enkel subsidiair stelt rekwirante dat zij in eerste aanleg inderdaad ook een dergelijke merkbare aantasting heeft aangetoond. De andersluidende juridische beoordeling van het Gerecht wijkt af van de rechtspraak van het Hof en is gebaseerd op een verkeerde juridische beoordeling van de betrokken markt. In dit verband geeft het Gerecht een verdraaide en beperkte voorstelling van de feiten die door verzoekster zijn aangedragen, verandert het de inhoud van het bestreden besluit en schendt het de regels inzake de bewijslast.

____________

1     Besluit (EU) 2016/788 van de Commissie van 1 oktober 2014 betreffende de door Duitsland ten uitvoer gelegde staatssteun SA.32833 (11/C) (ex 11/NN) met betrekking tot de financieringsregelingen voor de luchthaven Frankfurt-Hahn die in de periode 2009-2011 zijn ingevoerd (PB 2016, L 134, blz. 1).

2     Arrest van het Hof van 6 november 2018, Scuola Elementare Maria Montessori Srl e.a. (C-622/16 P–C-624/16 P, EU:C:2018:873).

3     Arrest van het Hof van 17 september 2015, Mory SA e.a./Europese Commissie (C-33/14 P, EU:C:2015:609).