Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Satversmes tiesa (Letland) op 29 juli 2020 – Boriss Cilevičs e.a. / Latvijas Republikas Saeima

(Zaak C-391/20)

Procestaal: Lets

Verwijzende rechter

Satversmes tiesa

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Boriss Cilevičs, Valērijs Agešins, Vjačeslavs Dombrovskis, Vladimirs Nikonovs, Artūrs Rubiks, Ivans Ribakovs, Nikolajs Kabanovs, Igors Pimenovs, Vitālijs Orlovs, Edgars Kucins, Ivans Klementjevs, Inga Goldberga, Evija Papule, Jānis Krišāns, Jānis Urbanovičs, Ļubova Švecova, Sergejs Dolgopolovs, Andrejs Klementjevs, Regīna Ločmele-Luņova, Ivars Zariņš

Instelling die de bestreden handeling heeft vastgesteld: Latvijas Republikas Saeima

Prejudiciële vragen

Vormt een regeling als aan de orde in het hoofdgeding een beperking van de in artikel 49 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie neergelegde vrijheid van vestiging, of, subsidiair, van de vrije verrichting van diensten waarin artikel 56 [van voornoemd Verdrag] voorziet, alsook van de in artikel 16 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie erkende vrijheid van ondernemerschap?

Met welke overwegingen dient rekening te worden gehouden om te beoordelen of een dergelijke regeling gerechtvaardigd, geschikt en evenredig is in verhouding tot het rechtmatige doel ervan, namelijk de bescherming van de officiële taal als uitdrukking van de nationale identiteit?

____________