Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Augstākā tiesa (Senāts) (Letland) op 28 februari 2020 – Līga Šenfelde/Lauku atbalsta dienests

(Zaak C-119/20)

Procestaal: Lets

Verwijzende rechter

Augstākā tiesa (Senāts)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekster in eerste aanleg en eiseres tot cassatie: Līga Šenfelde

Andere partij in de procedure: Lauku atbalsta dienests

Prejudiciële vraag

Moet artikel 19, lid 1, onder a), van verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad1 , gelezen in samenhang met andere bepalingen van die verordening en van de richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014-2020, aldus worden uitgelegd dat:

een landbouwer de hoedanigheid van „jonge landbouwer” verliest als gevolg van het enkele feit dat hij twee jaar eerder de aanloopsteun voor de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven als bedoeld in artikel 19, lid 1, onder a), iii), van de verordening heeft ontvangen;

voornoemde bepalingen de lidstaten toestaan om een regeling vast te stellen volgens welke er geen steun als bedoeld in artikel 19, lid 1, onder a), i), van de verordening aan een landbouwer wordt uitbetaald indien er reeds steun als bedoeld in artikel 19, lid 1, onder a), iii), is verleend;

een lidstaat het recht heeft om de toepassing van cumulatie van steun aan een landbouwer te weigeren wanneer de volgorde van cumulatie zoals bepaald in het met de Europese Commissie overeengekomen programma voor plattelandsontwikkeling niet is gerespecteerd?

____________

1 PB 2013, L 347, blz. 487.