Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Győri Ítélőtábla (Hongarije) op 20 december 2019 – JZ/OTP Jelzálogbank Zrt. e.a.

(Zaak C-932/19)

Procestaal: Hongaars

Verwijzende rechter

Győri Ítélőtábla

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: JZ

Verwerende partijen: OTP Jelzálogbank Zrt., OTP Bank Nyrt., OTP Faktoring Követeléskezelő Zrt.

Prejudiciële vraag

Verzet artikel 6, lid 1, van richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten1 zich tegen een bepaling van nationaal recht die bedingen in leningsovereenkomsten met consumenten – met uitzondering van bedingen waarover afzonderlijk is onderhandeld – nietig verklaart wanneer daarin is bepaald dat de financiële instelling voor de vrijgave van de middelen voor de aankoop van het goed waarvoor de lening is aangegaan of voor de leasing de aankoopkoers toepast, maar voor de aflossing de verkoopkoers of een andere soort koers toepast dan die welke voor de vrijgave van de middelen wordt gehanteerd, en het nietige beding zowel voor de uitbetaling als voor de terugbetaling vervangt door een bepaling die voorziet in toepassing van de officiële wisselkoers die door de Nationale Bank van Hongarije voor de betrokken valuta is vastgesteld, zonder dat er rekening mee wordt gehouden of die bepaling de consument – in het licht van alle bedingen van de overeenkomst – daadwerkelijke bescherming biedt tegen uiterst nadelige consequenties en zonder dat hem gelegenheid wordt geboden om kenbaar te maken of hij aanspraak wil maken op de door de betrokken wettelijke bepaling geboden rechtsbescherming?

____________

1     PB 1993, L 95, blz. 29.