Beschikking van het Hof (Kamer voor toelating van hogere voorzieningen) van 7 oktober 2019 – L’Oréal/EUIPO
(Zaak C‑590/19 P)
„Hogere voorziening – Uniemerk – Toelating van hogere voorzieningen – Artikel 170 ter van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Verzoek dat het belang van een vraag voor de eenheid, de samenhang of de ontwikkeling van het Unierecht niet aantoont – Niet-toelating van de hogere voorziening”
1. Hogere voorziening – Stelsel van voorafgaande toelating – Vraag die belangrijk is voor de eenheid, de samenhang of de ontwikkeling van het Unierecht – Ontoereikende of tegenstrijdige motivering – Verzoek om toelating dat het belang van de vraag niet aantoont – Niet-toelating
(Statuut van het Hof van Justitie, art. 58 bis; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 170 ter)
(zie punten 10‑12)
2. Hogere voorziening – Stelsel van voorafgaande toelating – Vraag die belangrijk is voor de eenheid, de samenhang of de ontwikkeling van het Unierecht – Verzoek om toelating dat het belang van de vraag niet aantoont – Niet-toelating
(Statuut van het Hof van Justitie, art. 58 bis; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 170 ter)
(zie punten 13, 14, 18)
3. Hogere voorziening – Stelsel van voorafgaande toelating – Vraag die belangrijk is voor de eenheid, de samenhang of de ontwikkeling van het Unierecht – Strijdigheid met de rechtspraak van het Hof – Verzoek om toelating dat het belang van de vraag niet aantoont – Niet-toelating
(Statuut van het Hof van Justitie, art. 58 bis; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 170 ter)
(zie punten 15‑17)
Dictum
1) | | De hogere voorziening wordt niet toegelaten. |
2) | | L’Oréal draagt haar eigen kosten. |