Beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken (Eerste kamer) van 3 mei 2016 – Aprili en Kilian / Commissie
(Zaak F-18/12)1
(Openbare dienst – Pensioenen – Artikel 11, lid 2, van bijlage VIII bij het Statuut – Pensioenrechten die vóór de indiensttreding van de Unie zijn verworven in een nationale pensioenregeling – Overdracht aan de pensioenregeling van de Unie – Voorstel voor extra pensioenjaren, gedaan door het TABG of het TAOBG, en door de betrokkene aanvaard – Intrekking van dat voorstel – Nieuw voorstel voor extra pensioenjaren gebaseerd op nieuwe algemene uitvoeringsbepalingen – Exceptie van niet-ontvankelijkheid – Begrip bezwarend besluit – Artikel 83 van het Reglement voor de procesvoering)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partijen: Sophie Aprili (Pont-à-Celles, België) en Karin Kilian (Brussel, België) (vertegenwoordigers: aanvankelijk D. de Abreu Caldas, A. Coolen, J.-N. Louis, É. Marchal en S. Orlandi, advocaten, vervolgens D. de Abreu Caldas, J.-N. Louis en S. Orlandi, advocaten, en, ten slotte, J.-N. Louis, advocaat)
Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk D. Martin en J. Baquero Cruz, gemachtigden, vervolgens J. Currall en G. Gattinara, gemachtigden, vervolgens G. Gattinara, gemachtigde, en, ten slotte, G. Gattinara en F. Simonetti, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek om nietigverklaring van de besluiten tot overdracht van de pensioenrechten die vóór de indiensttreding bij de Commissie zijn verworven op basis van het door PMO herberekende voorstel
Dictum
Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.
Aprili en Kilian dragen hun eigen kosten en worden verwezen in de kosten van de Europese Commissie.
____________1 PB C 138 van 12.5.2012, blz. 34.