Language of document :

Arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken (Tweede kamer) van 28 juni 2007 - da Silva / Commissie

(Zaak F-21/06)1

(Ambtenaren - Aanstelling in rang - Vóór 1 mei 2004 bekendgemaakt ambt van directeur - Statuutwijziging - Artikelen 2 en 5, lid 5, van bijlage XIII bij Statuut - Indeling in rang krachtens nieuwe, ongunstiger bepalingen - Beginsel dat elke ambtenaar recht heeft op ontwikkeling van loopbaan)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Joao da Silva (Brussel, België) (vertegenwoordigers: G. Vandersanden en L. Levi, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: J. Currall, H. Kraemer en K. Herrmann, gemachtigden)

Interveniënt aan de zijde van de verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: M. Arpio Santacruz en I. Sulce, gemachtigden)

Voorwerp

Enerzijds, nietigverklaring van het besluit van de Commissie van 18 mei 2005 houdende aanstelling van verzoeker als directeur, voor zover hij daarbij is ingedeeld in de rang A*14 in plaats van de rang A2 zoals aangegeven in de in 2003 bekendgemaakte kennisgeving van vacature en, anderzijds, herindeling van verzoeker in de rang A*15 (voorheen A2) en herstel van loopbaan met terugwerkende kracht

Dictum

Het besluit van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 18 mei 2005 wordt nietig verklaard, voor zover da Silva daarbij als directeur wordt ingedeeld in de rang A*14, salaristrap 2.

De Commissie van de Europese Gemeenschappen wordt verwezen in de kosten van da Silva en in haar eigen kosten.

De Raad van de Europese Unie zal zijn eigen kosten dragen.

____________

1 - PB C 108 van 6.5.2006, blz. 31.