Language of document :

Beroep ingesteld op 16 april 2019 – Europese Commissie/Republiek Slovenië

(Zaak C-316/19)

Procestaal: Sloveens

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: L. Flynn en B. Rous Demiri)

Verwerende partij: Republiek Slovenië

Conclusies

De Commissie verzoekt het Hof van Justitie overeenkomstig artikel 258 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vast te stellen dat de Republiek Slovenië, door in de kantoren van de Bank van Slovenië eenzijdig documenten in beslag te nemen die verband houden met de vervulling van de taken van het ESCB en het Eurosysteem en door in deze zaak op oneerlijke wijze met de ECB samen te werken, de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 343 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, artikel 39 van Protocol (Nr. 4) betreffende de statuten van het Europees stelsel van centrale banken en van de ECB, de artikelen 2, 18 en 22 van Protocol (Nr. 7) betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie en artikel 4, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

De Commissie verzoekt het Hof tevens de Republiek Slovenië te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

De huiszoeking en inbeslagneming in de Bank van Slovenië op 6 juli 2016 heeft de onschendbaarheid van de archieven van de Unie ondermijnd in de zin van artikel 343 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, artikel 39 van Protocol (Nr. 4), de artikelen 2 en 22 van Protocol (Nr. 7), gelezen in samenhang met artikel 18 van dat Protocol, artikel 4, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie. De huiszoeking en de inbeslagneming zijn eenzijdig uitgevoerd, zonder toestemming van de ECB en, in geval van onenigheid tussen de ECB en de Sloveense organen, zonder een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Ondanks herhaalde waarschuwingen hebben de Sloveense inbeslagnemingsinstanties niet getracht de documenten van de archieven van de Unie gescheiden te houden en hebben zij geen constructief overleg over de kwestie gevoerd met de ECB.

____________