Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Appeals Service Northern Ireland (Verenigd Koninkrijk) op 7 april 2020 – VI / Commissioners for Her Majesty’s Revenue and Customs

(Zaak C-247/20)

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

Appeals Service Northern Ireland

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: VI

Verwerende partij: Commissioners for Her Majesty’s Revenue and Customs

Prejudiciële vragen

Dient een EER-kind met een duurzaam verblijfsrecht blijvend te beschikken over ziektekostenverzekering met volledige dekking om zijn verblijfsrecht te behouden als persoon die in zijn eigen levensbehoeften voorziet overeenkomstig Regulation 4, lid 1, van de 2016 Regulations?

Vormt het in Regulation 4, lid 3, onder b), van het 2016 Regulations opgenomen vereiste [dat een student of een persoon die in zijn eigen levensbehoeften voorziet, voor de toepassing van Regulation 16, lid 2, onder b), ii), van de 2016 Regulations maar over ziektekostenverzekering met volledige dekking in het Verenigd Koninkrijk wordt geacht te beschikken wanneer die verzekering deze persoon en al zijn betrokken familieleden dekt], een ongeoorloofd vereiste onder het Unierecht gelet op artikel 7, lid 1, van richtlijn 2004/381 en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie in punt 70 van het arrest Teixiera C-480/08?

Dienen de tussen het Verenigd Koninkrijk en de Republiek Ierland afgesproken wederkerigheidsregelingen inzake ziektekostenverzekering binnen de gemeenschappelijke reiszone in navolging van de beslissing in punt 53 van het arrest Ahmad tegen Secretary of State for the Home Deparment [2014] EWCA Civ 988 te worden beschouwd als „wederkerigheidsregelingen” en komen zij bijgevolg neer op ziektekostenverzekering met volledige dekking voor de toepassing van Regulation 4, lid 1, van de 2016 Regulations?

____________

1 Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG (PB 2004, L 158, blz. 77).