Language of document : ECLI:EU:C:2012:449

Zaak C‑138/11

Compass-Datenbank GmbH

tegen

Republik Österreich

(verzoek van het Oberste Gerichtshof om een prejudiciële beslissing)

„Mededinging – Artikel 102 VWEU – Begrip ‚onderneming’ – Gegevens opgeslagen in databank van handels- en ondernemingsregister – Activiteit waarbij deze gegevens tegen vergoeding worden verzameld en beschikbaar worden gesteld – Gevolgen van weigering van overheidsinstanties om hergebruik van deze gegevens toe te staan – Recht ‚sui generis’ bedoeld in artikel 7 van richtlijn 96/9/EG”

Samenvatting van het arrest

1.        Mededinging – Regels van Unie – Onderneming – Begrip – Uitoefening van economische activiteit – Begrip – Activiteiten verband houdend met uitoefening van overheidsprerogatieven – Daarvan uitgesloten

(Art. 102 VWEU)

2.        Mededinging – Regels van Unie – Onderneming – Begrip – Uitoefening van economische activiteit – Overheidsinstantie die gegevens die door ondernemingen op grond van wettelijke meldingsplicht zijn meegedeeld, verzamelt en beschikbaar stelt – Niet-economische activiteit – Daarvan uitgesloten – Wettelijk vastgestelde vergoeding voor inzage of verstrekking – Geen invloed – Verbod door die instantie van elk verder gaand gebruik van verzamelde en aan publiek beschikbaar gestelde gegevens op grond van bescherming die overeenkomstig artikel 7 van richtlijn 96/9 aan fabrikanten van databanken wordt verleend – Geen invloed

(Art. 102 VWEU; richtlijn 96/9 van het Europees Parlement en de Raad, art. 7)

1.        Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 35‑39)

2.        Een overheidsinstantie verricht geen economische activiteit, wanneer zij de gegevens die ondernemingen op grond van een wettelijke meldingsplicht hebben meegedeeld, in een databank opslaat en belanghebbenden inzage daarin verleent en/of voor hen print-outs laat vervaardigen, zodat zij voor deze activiteit niet als een onderneming in de zin van artikel 102 VWEU te beschouwen is. Het feit dat deze inzage en/of verstrekking van print-outs tegen een wettelijk vastgestelde vergoeding plaatsvindt, en niet tegen een vergoeding die rechtstreeks of indirect door de betrokken instantie wordt bepaald, kan de juridische kwalificatie van deze activiteit niet wijzigen. Ook wanneer een dergelijke overheidsinstantie elk verder gaand gebruik van de aldus verzamelde en aan het publiek beschikbaar gestelde gegevens verbiedt en zich daarvoor beroept op het recht sui generis dat haar als fabrikant van de betrokken databank wordt verleend uit hoofde van artikel 7 van richtlijn 96/9 betreffende de rechtsbescherming van databanken, dan wel op enig ander intellectuele-eigendomsrecht, verricht zij geen economische activiteit, zodat zij in het kader van deze activiteit niet als een onderneming in de zin van artikel 102 VWEU kan worden beschouwd.

(cf. punt 51 en dictum)