Language of document : ECLI:EU:C:2018:563

BESCHIKKING VAN DE PRESIDENT VAN DE VIERDE KAMER
VAN HET HOF

2 juli 2018 (*)

„Doorhaling”

In zaak C‑256/17,

betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door de rechtbank Rotterdam (Nederland) bij beslissing van 11 mei 2017, ingekomen bij het Hof op 15 mei 2017, in de procedure

Sandd BV

tegen

Autoriteit Consument en Markt,

in tegenwoordigheid van:

Koninklijke PostNL BV,

geeft

DE PRESIDENT VAN DE VIERDE KAMER VAN HET HOF,

advocaat-generaal N. Wahl gehoord,

de navolgende

Beschikking

1        Bij brief van 27 juni 2018, ingekomen ter griffie van het Hof op 29 juni 2018, heeft de rechtbank Rotterdam (Nederland) het Hof in kennis gesteld van het feit dat het bij haar ingestelde beroep was ingetrokken.

2        Overeenkomstig artikel 100 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof dient dan ook de doorhaling van deze zaak in het register van het Hof te worden gelast.

3        Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

De president van de Vierde kamer van het Hof beschikt:

Zaak C256/17 wordt doorgehaald in het register van het Hof.

Luxemburg, 2 juli 2018.

De griffier

 

De president van de Vierde kamer

A. Calot Escobar

 

T. von Danwitz


* Procestaal: Nederlands.