Language of document : ECLI:EU:C:2018:843

ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer)

18 oktober 2018 (*)

„Prejudiciële verwijzing – Overheidsopdrachten voor leveringen – Richtlijn 2004/18/EG – Artikel 1, lid 2, onder a) – Gunning zonder procedure voor het plaatsen van een overheidsopdracht – Begrip ‚overeenkomsten onder bezwarende titel’ – Begrip ‚openbaar lichaam’”

In zaak C‑606/17,

betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door de Consiglio di Stato (hoogste bestuursrechter, Italië) bij beslissing van 6 juli 2017, ingekomen bij het Hof op 20 oktober 2017, in de procedure

IBA Molecular Italy Srl

tegen

Azienda ULSS n° 3,

Regione Veneto,

Ministero della Salute,

Ospedale dell’Angelo di Mestre,

in tegenwoordigheid van:

Istituto Sacro Cuore ‐ Don Calabria di Negrar,

Azienda ULSS n° 22,

wijst

HET HOF (Achtste kamer),

samengesteld als volgt: M. Vilaras, president van de Vierde kamer, waarnemend voor de president van de Achtste kamer, J. Malenovský en D. Šváby (rapporteur), rechters,

advocaat-generaal: M. Campos Sánchez-Bordona,

griffier: A. Calot Escobar,

gezien de stukken,

gelet op de opmerkingen van:

–        de Regione Veneto, vertegenwoordigd door C. Zampieri, E. Zanon, A. Manzi, C. Drago en B. Barel, avvocati,

–        de Europese Commissie, vertegenwoordigd door G. Gattinara en P. Ondrůšek als gemachtigden,

gelet op de beslissing, de advocaat-generaal gehoord, om de zaak zonder conclusie te berechten,

het navolgende

Arrest

1        Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van de artikelen 49, 56, 105 VWEU en volgende en de artikelen 1 en 2 van richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB 2004, L 134, blz. 114).

2        Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen IBA Molecular Italy Srl (hierna: „IBA”) enerzijds en Azienda ULSS n° 3 (plaatselijke gezondheidsdienst nr. 3, Italië), de Regione Veneto (regio Veneto, Italië), het Ministero della Salute (ministerie van Volksgezondheid, Italië) en Ospedale dell’Angelo di Mestre (ziekenhuis Angelo te Mestre, Italië) anderzijds over de rechtstreekse gunning door de plaatselijke gezondheidsdienst nr. 3 en het ziekenhuis Angelo te Mestre van de levering gedurende drie jaar van het radiofarmacon op basis van 18 F-Fluoro-desoxy-glucose, „fluorodeoxyglucose (18F) IBA” genoemd (hierna: „geneesmiddel 18-FDG”), aan Istituto Sacro Cuore ‐ Don Calabria di Negrar (hierna: „Sacro Cuore”).

 Toepasselijke bepalingen

 Unierecht

3        Onder het opschrift „Definities” bepaalt artikel 1, lid 2, onder a), en lid 9, van richtlijn 2004/18:

„2.      a)      ‚Overheidsopdrachten’ zijn schriftelijke overeenkomsten onder bezwarende titel die tussen een of meer ondernemers en een of meer aanbestedende diensten zijn gesloten en betrekking hebben op de uitvoering van werken, de levering van producten of de verlening van diensten in de zin van deze richtlijn.

[…]

9.      Als ‚aanbestedende diensten’ worden aangemerkt de staat, de territoriale lichamen, publiekrechtelijke instellingen en verenigingen gevormd door een of meer van deze lichamen of een of meer van deze publiekrechtelijke instellingen.

Onder ‚publiekrechtelijke instelling’ wordt iedere instelling verstaan

a)      die is opgericht met het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen belang die niet van industriële of commerciële aard zijn,

b)      die rechtspersoonlijkheid bezit, en

c)      waarvan ofwel de activiteiten in hoofdzaak door de staat, de territoriale lichamen of andere publiekrechtelijke instellingen worden gefinancierd, ofwel het beheer onderworpen is aan toezicht door deze laatste, ofwel de leden van het bestuursorgaan, het leidinggevend of het toezichthoudend orgaan voor meer dan de helft door de staat, de territoriale lichamen of andere publiekrechtelijke instellingen zijn aangewezen.

[…]”

4        Artikel 2 van richtlijn 2004/18, met als opschrift „Beginselen van het plaatsen van overheidsopdrachten”, bepaalt:

„Aanbestedende diensten behandelen ondernemers op gelijke en niet-discriminerende wijze en betrachten transparantie in hun handelen.”

 Italiaans recht

5        Volgens artikel 1 van legge n. 132 recante norme sugli enti ospedalieri e sull’assistenza ospedaliera (wet nr. 132 tot regeling van ziekenhuizen en ziekenhuiszorg) van 12 februari 1968 (GURI nr. 68 van 12 maart 1968) zijn „geclassificeerde” ziekenhuizen „instituten en civielrechtelijk erkende kerkelijke instellingen die ziekenhuiszorg verlenen”. In lid 5 van die bepaling is meer in het bijzonder bepaald:

„Onverminderd het technisch-sanitaire toezicht, waarvoor het ministerie van Volksgezondheid verantwoordelijk is, blijven de geldende bepalingen inzake de juridische en administratieve regeling die van toepassing is op instituten en civielrechtelijk erkende kerkelijke instellingen die ziekenhuiszorg verlenen, ongewijzigd.”

6        Volgens de verwijzende rechter volgt met name uit artikel 41 van legge n. 833 ‐ Istituzione del servizio sanitario nazionale (wet nr. 833 betreffende de oprichting van de nationale gezondheidsdienst) van 23 december 1978 (gewoon supplement bij GURI nr. 360 van 28 december 1978; hierna: „wet nr. 833”), dat „[d]e betrekkingen van de territoriaal bevoegde plaatselijke gezondheidsdiensten met de in lid 1 bedoelde instituten, instellingen en ziekenhuizen die zijn geclassificeerd in de zin van wet nr. 132 van 12 februari 1968, het ziekenhuis Galliera te Genua, en de soevereine en militaire orde van Malta, worden geregeld in speciale akkoorden” en voorts dat „erkende gezondheidszorginstellingen die openbare gezondheidszorg aanbieden hun positie van actieve zorgaanbieder in de openbare gezondheidszorg behouden”.

 Hoofdgeding en prejudiciële vragen

7        IBA is een onderneming die gespecialiseerd is in de productie van radiofarmaca. Zij is in Italië exclusief concessiehouder van het geneesmiddel 18-FDG, een radioactieve merkstof die wordt gebruikt bij een aantal radiologische onderzoeken.

8        Op 29 april 2015 is IBA bij de Tribunale amministrativo regionale del Lazio (bestuursrechter in eerste aanleg Latium, Italië) opgekomen tegen de besluiten en de overeenkomsten waarbij de plaatselijke gezondheidsdienst nr. 3 en het ziekenhuis Angelo te Mestre rechtstreeks, zonder voorafgaande procedure voor het plaatsen van een overheidsopdracht, aan Sacro Cuore de opdracht hebben gegund voor de levering van het geneesmiddel 18-FDG gedurende drie jaar.

9        Hoewel Sacro Cuore een privaatrechtelijke religieus geïnspireerde instelling is, is zij op grond van een speciaal akkoord opgenomen in het openbare stelsel voor gezondheidsplanning van de regio Veneto, als „geclassificeerd” ziekenhuis, dat als zodanig met een publiekrechtelijke instelling is gelijkgesteld.

10      In de in het kader van die overheidsopdracht voor levering gesloten overeenkomst is bepaald dat Sacro Cuore het geneesmiddel 18-FDG om niet moet leveren aan negen regionale openbare ziekenhuizen, die de leveringskosten dienen te vergoeden, te weten een forfaitair bedrag van 180 EUR per verzending.

11      IBA heeft verzocht dat de rechtstreekse gunning aan Sacro Cuore van de overheidsopdracht voor de levering van het geneesmiddel 18-FDG wordt nietig verklaard en dat vervolgens een aanbestedingsprocedure wordt uitgeschreven voor de levering van dat geneesmiddel. In het kader van die verzoeken is IBA opgekomen tegen de hierna volgende handelingen:

–        de verlening van een financiering van 700 000 EUR door de regio Veneto aan Sacro Cuore die bedoeld was om de kosten te dekken van de levering om niet van het geneesmiddel 18-FDG aan alle belanghebbende gezondheidsinstellingen van die regio;

–        de door de regio Veneto opgestelde standaardovereenkomst tot regeling van de leveringsbetrekking tussen iedere regionale openbare gezondheidsinstelling en Sacro Cuore, en

–        verschillende regionale en overheidshandelingen betreffende de litigieuze gunning en de voorwaarden waaronder het geneesmiddel in kwestie vervaardigd en geleverd wordt.

12      Bij vonnis van 26 april 2016 heeft de Tribunale amministrativo regionale del Lazio het beroep van IBA met name om twee redenen verworpen.

13      Ten eerste is de betrokken levering van het geneesmiddel 18-FDG in wezen een levering om niet aangezien noch de aan Sacro Cuore toegekende regionale financiering van 700 000 EUR noch de vergoeding van de kosten voor het vervoer van het geneesmiddel een rechtstreekse tegenprestatie vormt.

14      Ten tweede, zelfs indien wordt aangenomen dat de overeenkomst tot levering van dat geneesmiddel een overeenkomst onder bezwarende titel is, is de litigieuze gunning een akkoord tussen openbare instanties waarop het Unierecht inzake overheidsopdrachten niet van toepassing is.

15      IBA heeft daarop hoger beroep ingesteld tegen dat vonnis bij de Consiglio di Stato (hoogste bestuursrechter, Italië). Die rechterlijke instantie is in wezen van oordeel dat de rechter in eerste aanleg het begrip „overeenkomst onder bezwarende titel” onjuist heeft uitgelegd. De Consiglio di Stato is het daarentegen wel eens met de rechter in eerste aanleg dat de litigieuze leveringsovereenkomst een samenwerking tussen openbare entiteiten in het leven roept die niet onder de regeling voor overheidsopdrachten valt.

16      In de eerste plaats is de Consiglio di Stato in wezen van oordeel dat Sacro Cuore, behalve de vergoeding van de kosten voor de levering van het geneesmiddel 18‑FDG, formeel gezien geen vergoeding ontvangt als tegenprestatie voor de levering van dat geneesmiddel aan de gezondheidsinstellingen waarvoor het bestemd is.

17      Volgens een teleologische uitlegging van artikel 1, lid 2, onder a), van richtlijn 2004/18 staat echter vast dat een overeenkomst onder bezwarende titel is gesloten wanneer de ondernemer die het betrokken goed levert een aanzienlijk economisch voordeel ontvangt van een andere overheidsinstantie dan de aanbestedende dienst en redelijkerwijze kan worden aangenomen dat die financiering precies bedoeld is voor de levering van dat goed. In casu is de door de regio Veneto aan Sacro Cuore toegekende financiering van 700 000 EUR daarvoor bestemd.

18      In de tweede plaats is de Consiglio di Stato van oordeel dat het Italiaanse wetboek voor overheidsopdrachten en het Unierecht inzake overheidsopdrachten van toepassing zijn op een procedure als bedoeld in punt 8 van het onderhavige arrest.

19      Uit de rechtspraak van het Hof volgt namelijk dat tussen twee overheidsinstanties onder bezwarende titel gesloten overeenkomsten overheidsopdrachten zijn, ook wanneer de overheid die in haar hoedanigheid van particuliere marktdeelnemer handelt, niet hoofdzakelijk een winstoogmerk heeft. Een overeenkomst kan evenmin buiten het begrip „overheidsopdracht” vallen door het enkele feit dat de vergoeding ervan beperkt blijft tot de terugbetaling van de kosten die zijn gemaakt om de overeengekomen dienst te verstrekken.

20      Bovendien valt het hoofdgeding niet onder een van de twee hypothesen waarin kan worden afgeweken van het op overheidsopdrachten toepasselijke recht. Volgens de verwijzende rechter betreft het in casu geen overeenkomst die door een overheidsinstantie is gesloten met een ander openbaar lichaam dat daarvan rechtens onderscheiden is en waarop die overheidsinstantie „toezicht uitoefent zoals” op haar eigen diensten in de zin van het arrest van 18 november 1999, Teckal (C‑107/98, EU:C:1999:562), en evenmin een overeenkomst die een samenwerking tussen openbare lichamen tot stand brengt, die ertoe strekt de uitvoering te verzekeren van een taak van algemeen belang die op hen gezamenlijk rust in de zin met name van het arrest van 13 juni 2013, Piepenbrock (C‑386/11, EU:C:2013:385).

21      Volgens de Consiglio di Stato moet Sacro Cuore, als geclassificeerd ziekenhuis, in het kader van het hoofdgeding evenwel volledig worden gelijkgesteld met een aanbestedende dienst, ook al is het geen publiekrechtelijk lichaam.

22      Ten slotte merkt de verwijzende rechter op dat het Hof zich nog niet heeft gebogen over de zeer specifieke situatie van lichamen zoals „geclassificeerde” ziekenhuizen die functioneel zijn opgenomen in het regionale gezondheidsstelsel terwijl de financiën, de benoeming van bestuurders en de interne functioneringsregels onder particulier beheer blijven staan.

23      In die omstandigheden heeft de Consiglio di Stato de behandeling van de zaak geschorst en het Hof verzocht om een prejudiciële beslissing over de volgende vragen:

„1)      Is de Unieregeling voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten en, met name, de artikelen 1 en 2 van richtlijn [2004/18], eveneens van toepassing op complexe operaties waarmee een aanbestedende dienst aan een bepaalde ondernemer rechtstreeks een doelfinanciering wil toekennen die volledig bedoeld is voor de vervaardiging van producten die, zonder verdere aanbestedingsprocedure, om niet moeten worden geleverd aan meerdere overheidsdiensten, die geen vergoeding aan voornoemde leverancier verschuldigd zijn? Staat die Unieregeling derhalve in de weg aan een nationale regeling volgens welke een rechtstreekse doelfinanciering kan worden verleend voor de vervaardiging van producten die zonder verdere aanbestedingsprocedure moeten worden geleverd aan meerdere overheidsdiensten, die geen vergoeding aan voornoemde leverancier verschuldigd zijn?

2)      Staan de Unieregeling voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten en, met name, de artikelen 1 en 2 van richtlijn 2004/18, en de artikelen 49, 56, 105 VWEU en volgende in de weg aan een nationale regeling die „geclassificeerde” particuliere ziekenhuizen gelijkstelt aan openbare ziekenhuizen – door hen op te nemen in het stelsel van de nationale openbare gezondheidsplanning, waarvoor bijzondere overeenkomsten gelden die afwijken van de gebruikelijke accrediteringsbetrekkingen met andere particuliere ondernemers die deelnemen aan het stelsel van gezondheidszorgverlening, terwijl niet is voldaan aan de voorwaarden om als publiekrechtelijk lichaam te worden erkend en aan de vereisten voor rechtstreekse gunning, volgens het model van inhouse-providing – waardoor zij worden onttrokken aan de nationale en de Unieregeling inzake overheidsopdrachten, ook indien aan deze ziekenhuizen de opdracht is gegeven om openbare gezondheidsinstellingen bepaalde voor het verstrekken van gezondheidszorg noodzakelijke producten om niet te vervaardigen en leveren, terwijl zij tevens overheidsfinanciering ontvangen die bestemd is voor de verrichting van deze leveringen?”

 Beantwoording van de prejudiciële vragen

 Eerste vraag

24      Met zijn eerste vraag wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of artikel 1, lid 2, onder a), van richtlijn 2004/18 aldus moet worden uitgelegd dat het begrip „overeenkomsten onder bezwarende titel” ook ziet op het besluit waarbij een aanbestedende dienst aan een bepaalde ondernemer rechtstreeks, en dus zonder een aanbestedingsprocedure uit te schrijven, een financiering toekent die volledig bedoeld is voor de vervaardiging van producten die deze ondernemer om niet moet leveren aan meerdere overheidsdiensten, die geen andere vergoeding aan voornoemde leverancier verschuldigd zijn dan een forfaitair bedrag van 180 EUR leveringskosten per verzending.

25      Om te beginnen blijkt in het hoofdgeding dat de regio Veneto en Sacro Cuore een overeenkomst hebben gesloten waarbij Sacro Cuore zich ertoe verbindt het geneesmiddel 18-FDG om niet te vervaardigen en te verstrekken aan regionale openbare ziekenhuizen, die evenwel de forfaitaire leveringskosten van 180 EUR per verzending dienen te betalen. Daartoe kent die regio aan Sacro Cuore een financiering van 700 000 EUR toe die volledig bedoeld is voor het vervaardigen van dat geneesmiddel.

26      Het lijdt geen twijfel dat het hier een overeenkomst onder bezwarende titel betreft.

27      Overeenkomstig artikel 1, lid 2, onder a), van richtlijn 2004/18 is slechts sprake van een overheidsopdracht wanneer een overeenkomst tussen een of meer ondernemers en een of meer aanbestedende diensten „onder bezwarende titel” is gesloten.

28      Volgens de gebruikelijke juridische betekenis van de woorden „onder bezwarende titel” wordt daarmee een overeenkomst bedoeld waarbij iedere partij zich ertoe verbindt een prestatie te leveren in ruil voor een tegenprestatie.

29      Een overeenkomst die voorziet in een uitwisseling van prestaties valt dus onder het begrip „overheidsopdracht”, zelfs indien de vastgestelde vergoeding beperkt is tot de gedeeltelijke terugbetaling van de kosten die zijn gemaakt om de overeengekomen dienst te verrichten (zie in die zin arresten van 19 december 2012, Ordine degli Ingegneri della Provincia di Lecce e.a., C‑159/11, EU:C:2012:817, punt 29, en 13 juni 2013, Piepenbrock, C‑386/11, EU:C:2013:385, punt 31).

30      In het hoofdgeding moet bij de beoordeling van de vraag of de overeenkomst voor het vervaardigen en leveren van een geneesmiddel onder bezwarende titel is gesloten, dus in aanmerking worden genomen dat de leverancier van dat geneesmiddel een vergoeding ontvangt in de vorm van een financiering van 700 000 EUR van de regio Veneto.

31      Derhalve valt een overeenkomst als aan de orde in het hoofdgeding waarbij een ondernemer zich ertoe verbindt een product te vervaardigen en te leveren aan meerdere overheidsdiensten in ruil voor een financiering die volledig bedoeld is om dit doel te verwezenlijken, onder het begrip overeenkomst „onder bezwarende titel” in de zin van artikel 1, lid 2, onder a), van richtlijn 2004/18, ook al worden de kosten voor het vervaardigen en het leveren van dit product niet volledig gedekt door die financiering of door de leveringskosten die aan die overheidsinstanties kunnen worden aangerekend.

32      Op de eerste vraag moet dus worden geantwoord dat artikel 1, lid 2, onder a), van richtlijn 2004/18 aldus moet worden uitgelegd dat het begrip „overeenkomsten onder bezwarende titel” ook ziet op het besluit waarbij een aanbestedende dienst aan een bepaalde ondernemer rechtstreeks, en dus zonder een aanbestedingsprocedure uit te schrijven, een financiering toekent die volledig bedoeld is voor de vervaardiging van producten die deze ondernemer om niet moet leveren aan meerdere overheidsdiensten, die geen andere vergoeding aan voornoemde leverancier verschuldigd zijn dan een forfaitair bedrag van 180 EUR leveringskosten per verzending.

 Tweede vraag

33      Met zijn tweede vraag wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of artikel 1, lid 2, onder a), en artikel 2 van richtlijn 2004/18 aldus moeten worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan een nationale regeling als aan de orde in het hoofdgeding, die „geclassificeerde” particuliere ziekenhuizen gelijkstelt aan openbare ziekenhuizen – door hen op te nemen in het stelsel van de nationale openbare gezondheidsplanning, waarvoor bijzondere overeenkomsten gelden die afwijken van de gebruikelijke accrediteringsbetrekkingen met andere particuliere ondernemers die deelnemen aan het stelsel van gezondheidszorgverlening – waardoor zij worden onttrokken aan de nationale en de Unieregeling inzake overheidsopdrachten, ook indien aan deze ziekenhuizen de opdracht is gegeven om bepaalde voor het verstrekken van gezondheidszorg noodzakelijke producten om niet te vervaardigen voor en te leveren aan openbare gezondheidsinstellingen, in ruil voor een overheidsfinanciering die is bedoeld voor het vervaardigen en het leveren van die producten.

34      In dat verband zij eraan herinnerd dat volgens artikel 1, lid 2, onder a), van richtlijn 2004/18 een onder bezwarende titel gesloten overeenkomst slechts een overheidsopdracht is en dus onder de betreffende Unieregeling valt, indien zij tussen een of meer ondernemers en een of meer aanbestedende diensten is gesloten.

35      Uit vaste rechtspraak blijkt dat twee types door openbare lichamen gesloten overeenkomsten niet binnen de werkingssfeer van het Unierecht inzake overheidsopdrachten vallen (arrest van 19 december 2012, Ordine degli Ingegneri della Provincia di Lecce e.a., C‑159/11, EU:C:2012:817, punt 31).

36      Het betreft ten eerste overeenkomsten die zijn gesloten tussen een overheidsdienst die voldoet aan de voorwaarden die in artikel 1, lid 9, van richtlijn 2004/18 zijn gesteld om als „aanbestedende dienst” in de zin van dat artikel te worden beschouwd, en een persoon die juridisch daarvan onderscheiden is, wanneer die dienst op die persoon toezicht uitoefent zoals op haar eigen diensten en die persoon tegelijkertijd het merendeel van zijn werkzaamheden verricht ten behoeve van de dienst of de diensten die hem beheersen (zie in die zin arresten van 18 november 1999, Teckal, C‑107/98, EU:C:1999:562, punt 50, en 11 januari 2005, Stadt Halle en RPL Lochau, C‑26/03, EU:C:2005:5, punt 49).

37      In dat verband volstaat de vaststelling dat uit de door de verwijzende rechter verstrekte gegevens volgt dat noch de regio Veneto noch de in punt 8 van het onderhavige arrest genoemde aanbestedende diensten toezicht uitoefenen op Sacro Cuore zoals op hun eigen diensten.

38      Een nationale regeling als die van het hoofdgeding kan dus niet bepalen dat overeenkomsten tussen een instelling als Sacro Cuore en een overheidsdienst op grond van de in punt 36 van het onderhavige arrest genoemde uitzondering van de werkingssfeer van de regeling inzake overheidsopdrachten zijn uitgesloten.

39      Ten tweede is het Unierecht inzake overheidsopdrachten ook niet van toepassing op onder bezwarende titel gesloten overeenkomsten die een samenwerking tussen openbare lichamen tot stand brengen, die ertoe strekt de uitvoering te verzekeren van een taak van algemeen belang die op hen gezamenlijk rust, voor zover dergelijke overeenkomsten uitsluitend door openbare lichamen zijn gesloten, zonder enige particuliere inbreng, geen enkele particuliere dienstverrichter wordt bevoordeeld tegenover zijn concurrenten en de samenwerking die deze overeenkomsten tot stand brengen uitsluitend wordt beheerst door overwegingen en eisen die verband houden met het nastreven van doelstellingen van algemeen belang (zie in die zin arresten van 9 juni 2009, Commissie/Duitsland, C‑480/06, EU:C:2009:357, punten 44 en 47, en 13 juni 2013, Piepenbrock, C‑386/11, EU:C:2013:385, punten 36 en 37).

40      Aangezien alle in het vorige punt van het onderhavige arrest vermelde criteria cumulatief zijn, kan een opdracht tussen openbare lichamen enkel buiten de werkingssfeer van het Unierecht inzake overheidsopdrachten vallen krachtens deze uitzondering indien de overeenkomst waarin deze opdracht wordt vastgesteld aan al deze criteria voldoet (zie in die zin arrest van 13 juni 2013, Piepenbrock, C‑386/11, EU:C:2013:385, punt 38).

41      Volgens het eerste criterium moet het juist een vorm van samenwerking tussen openbare lichamen betreffen.

42      Het staat vast dat in casu kennelijk niet aan dit criterium is voldaan. „Geclassificeerde” ziekenhuizen als Sacro Cuore zijn namelijk rechtspersonen, waarvan de financiën, de benoeming van bestuurders en de interne functioneringsregels onder particulier beheer blijven staan, zoals volgt uit punt 37 van het onderhavige arrest.

43      Bijgevolg moet op de tweede vraag worden geantwoord dat artikel 1, lid 2, onder a), en artikel 2 van richtlijn 2004/18 aldus moeten worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan een nationale regeling als aan de orde in het hoofdgeding, die „geclassificeerde” particuliere ziekenhuizen gelijkstelt aan openbare ziekenhuizen – door hen op te nemen in het stelsel van de nationale openbare gezondheidsplanning, waarvoor bijzondere overeenkomsten gelden die afwijken van de gebruikelijke accrediteringsbetrekkingen met andere particuliere ondernemers die deelnemen aan het stelsel van gezondheidszorgverlening – waardoor zij worden onttrokken aan de nationale en de Unieregeling inzake overheidsopdrachten, ook indien aan deze ziekenhuizen de opdracht is gegeven om bepaalde voor het verstrekken van gezondheidszorg noodzakelijke producten om niet te vervaardigen voor en te leveren aan openbare gezondheidsinstellingen, in ruil voor een overheidsfinanciering die is bedoeld voor het vervaardigen en het leveren van die producten.

 Kosten

44      Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de verwijzende rechter over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Het Hof (Achtste kamer) verklaart voor recht:

1)      Artikel 1, lid 2, onder a), van richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten, moet aldus worden uitgelegd dat het begrip „overeenkomsten onder bezwarende titel” ook ziet op het besluit waarbij een aanbestedende dienst aan een bepaalde ondernemer rechtstreeks, en dus zonder een aanbestedingsprocedure uit te schrijven, een financiering toekent die volledig bedoeld is voor de vervaardiging van producten die deze ondernemer om niet moet leveren aan meerdere overheidsdiensten, die geen andere vergoeding aan voornoemde leverancier verschuldigd zijn dan een forfaitair bedrag van 180 EUR leveringskosten per verzending.

2)      Artikel 1, lid 2, onder a), en artikel 2 van richtlijn 2004/18 moeten aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan een nationale regeling als aan de orde in het hoofdgeding, die „geclassificeerde” particuliere ziekenhuizen gelijkstelt aan openbare ziekenhuizen – door hen op te nemen in het stelsel van de nationale openbare gezondheidsplanning, waarvoor bijzondere overeenkomsten gelden die afwijken van de gebruikelijke accrediteringsbetrekkingen met andere particuliere ondernemers die deelnemen aan het stelsel van gezondheidszorgverlening – waardoor zij worden onttrokken aan de nationale en de Unieregeling inzake overheidsopdrachten, ook indien aan deze ziekenhuizen de opdracht is gegeven om bepaalde voor het verstrekken van gezondheidszorg noodzakelijke producten om niet te vervaardigen voor en te leveren aan openbare gezondheidsinstellingen, in ruil voor een overheidsfinanciering die is bedoeld voor het vervaardigen en het leveren van die producten.

ondertekeningen


*      Procestaal: Italiaans.