Language of document : ECLI:EU:F:2013:153

ARREST VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN
VAN DE EUROPESE UNIE

(Tweede kamer)

17 oktober 2013

Zaak F‑60/09 RENV

Gerhard Birkhoff

tegen

Europese Commissie

„Openbare dienst – Ambtenaren – Terugverwijzing naar het Gerecht na vernietiging – Bezoldiging – Gezinstoelagen – Toelage voor kind ten laste – Kind dat aan een ernstige ziekte of handicap lijdt waardoor het niet in zijn behoeften kan voorzien – Verzoek om doorbetaling van de toelage”

Betreft:      Terugverwijzing van het beroep in zaak F‑60/09, aanvankelijk ingesteld krachtens artikel 236 EG en artikel 152 EA, bij arrest van het Gerecht van de Europese Unie van 29 november 2011, Birkhoff/Commissie (T‑10/11 P; hierna: „verwijzingsarrest”), waarbij is vernietigd het arrest van het Gerecht van 27 oktober 2010, Birkhoff/Commissie (F‑60/09; hierna: „arrest van 27 oktober 2010”), waarbij was beslist op het ter griffie van het Gerecht op 24 juni 2009 binnengekomen beroep, waarmee Birkhoff vroeg om, kort samengevat, nietigverklaring van het besluit van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 14 november 2008 houdende weigering om de toelage voor een kind ten laste (hierna: „betrokken toelage”) die hij uit hoofde van artikel 2, lid 5, van bijlage VII bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie (hierna: „Statuut”) sinds 1978 ontving ten behoeve van zijn gehandicapte dochter, na 31 december 2008 door te betalen.

Beslissing:      Het beroep wordt verworpen. De Europese Commissie draagt haar eigen kosten en wordt verwezen in de kosten die Birkhoff in de zaken F‑60/09 en T‑10/11 P heeft gemaakt. Elke partij draagt de eigen kosten in zaak F‑60/09 RENV.

Samenvatting

1.      Beroepen van ambtenaren – Vervanging van motivering van bestreden handeling in de loop van de procedure – Ontoelaatbaarheid – Uitzondering

(Ambtenarenstatuut, art. 90 en 91)

2.      Ambtenaren – Bezoldiging – Gezinstoelagen – Toelage voor kind ten laste – Recht op doorbetaling zonder leeftijdsgrens indien het kind niet in zijn behoeften kan voorzien – Verplichtingen van administratie – Gebonden bevoegdheid

(Ambtenarenstatuut, bijlage VII, art. 2, lid 5)

1.      De administratie kan in de loop van de procedure niet een grond van een besluit vervangen of daaraan toevoegen, tenzij blijkt dat zij een gebonden bevoegdheid heeft, zodat de eventuele nietigverklaring van het bestreden besluit alleen tot gevolg kan hebben dat de administratie wordt verplicht een nieuw besluit te nemen dat inhoudelijk gelijk is aan het nietig verklaarde besluit.

(cf. punt 39)

Referentie:

Gerecht voor ambtenarenzaken: 17 juni 2008, De Fays/Commissie, F‑97/07, punt 70; 14 april 2011, Šimonis/Commissie, F‑113/07, punt 93 en aldaar aangehaalde rechtspraak

2.      De in artikel 2, lid 5, van bijlage VII bij het Statuut bedoelde toelage wordt zonder enige leeftijdsgrens doorbetaald indien het kind aan een ernstige ziekte of handicap lijdt waardoor het niet in zijn behoeften kan voorzien, en wel voor de volledige duur van die ziekte of handicap. Deze bepaling verleent het bevoegde gezag geen enkele discretionaire bevoegdheid om de betrokken toelage al dan niet toe te kennen, maar verleent hem een gebonden bevoegdheid in de zin dat uit de dwingende bewoordingen ervan blijkt dat het gezag gehouden is om de toelage voor een kind ten laste toe te kennen zodra het vaststelt dat aan de daarin genoemde voorwaarden is voldaan, en deze in het andere geval te weigeren.

(cf. punt 40)

Referentie:

Gerecht van eerste aanleg: 21 oktober 2003, Šimonis/Commissie, T‑302/01, punt 38