Language of document :

Hogere voorziening, ingesteld op 27 november 2018 door Duferco Long Products SA tegen het arrest van het Gerecht (Eerste kamer) van 18 september 2018 in zaak T-93/17, Duferco Long Products / Commissie

(Zaak C-738/18 P)

Procestaal: Frans

Partijen

Rekwirante: Duferco Long Products SA (vertegenwoordigers: J.-F. Bellis, R. Luff, M. Favart, Q. Declève, advocaten)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

Het bestreden arrest (T-93/17, EU:T:2018:558) vernietigen;

Artikel 1, onder f), en artikel 2 van het besluit van de Commissie van 20 januari 2016 betreffende steunmaatregel SA.33926 2013/C (ex 2013/NN, 2011/CP) door België ten uitvoer gelegd ten faveure van Duferco, nietig verklaren;

Verweerster verwijzen in de kosten van de onderhavige procedure en van de procedure voor het Gerecht.

Middelen en voornaamste argumenten

Met haar hogere voorziening voert rekwirante aan dat het Gerecht blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting doordat het heeft geweigerd over te gaan tot een onderzoek van twee rekenfouten die de Commissie heeft gemaakt in het kader van de beoordeling of de zesde maatregel als bedoeld in het besluit van de Commissie van 20 januari 2016 betreffende steunmaatregel SA.33926 2013/C (ex 2013/NN, 2011/CP) als een transactie op gelijke voet kon worden aangemerkt, alsook bij de toepassing van het criterium van de particuliere investeerder in een markteconomie.

Meer bepaald stelt rekwirante dat:

het Gerecht de wijze waarop de Commissie het criterium van de particuliere investeerder in een markteconomie heeft toegepast, niet naar behoren heeft getoetst;

het Gerecht eerst had moeten overgaan tot een onderzoek van het middel met betrekking tot de fouten die de Commissie heeft gemaakt in het kader van de beoordeling of die zesde maatregel als een transactie op gelijke voet kon worden aangemerkt, in plaats van voorrang te geven aan de analyse van de door België overgelegde documenten.

____________