Language of document : ECLI:EU:C:2019:316

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer)

11 april 2019 (*)

„Prejudiciële verwijzing – Structuur en tarieven van de accijns op tabaksfabricaten – Richtlijn 2011/64/EU – Artikel 4, lid 1, onder a) – Begrip ‚sigaren en cigarillo’s’ – Tabaksrolletjes met een dekblad van natuurtabak die gedeeltelijk zijn omhuld met een extra papieren laag”

In zaak C‑638/17,

betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door de Lietuvos vyriausiasis administracinis teismas (hoogste bestuursrechter, Litouwen) bij beslissing van 2 november 2017, ingekomen bij het Hof op 15 november 2017, in de procedure ingesteld door

Valstybinė mokesčių inspekcija prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos,

in tegenwoordigheid van:

„Skonis ir kvapas” UAB,

wijst

HET HOF (Vijfde kamer),

samengesteld als volgt: E. Regan (rapporteur), kamerpresident, C. Lycourgos, E. Juhász, M. Ilešič en I. Jarukaitis, rechters,

advocaat-generaal: H. Saugmandsgaard Øe,

griffier: M. Aleksejev, hoofd van een administratieve eenheid,

gezien de stukken en na de terechtzitting op 8 november 2018,

gelet op de opmerkingen van:

–        „Skonis ir kvapas” UAB, vertegenwoordigd door P. Markovas en R. Daugėla, advokatai,

–        de Litouwse regering, vertegenwoordigd door D. Stepanienė, R. Krasuckaitė en D. Kriaučiūnas als gemachtigden,

–        de Duitse regering, vertegenwoordigd door T. Henze en S. Eisenberg als gemachtigden,

–        de Italiaanse regering, vertegenwoordigd door G. Palmieri als gemachtigde, bijgestaan door P. G. Marrone, avvocato dello Stato,

–        de Hongaarse regering, vertegenwoordigd door G. Koós en Z. Fehér als gemachtigden,

–        de Europese Commissie, vertegenwoordigd door C. Perrin en J. Jokubauskaitė als gemachtigden,

gelet op de beslissing, de advocaat-generaal gehoord, om de zaak zonder conclusie te berechten,

het navolgende

Arrest

1        Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van artikel 4, lid 1, van richtlijn 2011/64/EU van de Raad van 21 juni 2011 betreffende de structuur en de tarieven van de accijns op tabaksfabrikaten (PB 2011, L 176, blz. 24).

2        Dit verzoek is ingediend in het kader van een procedure die is ingesteld door de Valstybinė mokesčių inspekcija prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos (nationale belastinginspectie van het ministerie van Financiën van de Republiek Litouwen; hierna: „nationale belastinginspectie”) met betrekking tot de aan „Skonis ir kvapas” UAB opgelegde naheffingsaanslag betreffende de belasting op de door die vennootschap in Litouwen ingevoerde tabaksproducten.

 Toepasselijke bepalingen

 Unierecht

 Richtlijn 2011/64

3        In de overwegingen 4 en 8 van richtlijn 2011/64 staat te lezen:

„(4)      De verschillende soorten tabaksfabrikaten die zich van elkaar onderscheiden door hun eigenschappen en door hun gebruiksdoeleinden, moeten worden gedefinieerd.

[...]

(8)      In het belang van een uniforme en billijke belastingheffing moet de definitie van sigaretten, sigaren en cigarillo’s en van andere vormen van rooktabak worden vastgesteld zodat tabaksrolletjes die op grond van hun lengte als twee of meer sigaretten kunnen worden beschouwd, voor accijnsdoeleinden worden behandeld als twee of meer sigaretten, een sigaarsoort die in veel opzichten lijkt op een sigaret, voor accijnsdoeleinden wordt beschouwd als een sigaret, rooktabak die in veel opzichten lijkt op tabak van fijne snede die bedoeld is voor het rollen van sigaretten, voor accijnsdoeleinden als tabak van fijne snede wordt beschouwd, en tabaksafval duidelijk wordt gedefinieerd. [...]”

4        Artikel 1 van die richtlijn bepaalt:

„In deze richtlijn worden algemene beginselen vastgesteld voor de harmonisatie van de structuur en de tarieven van de accijns welke de lidstaten op tabaksfabrikaten heffen.”

5        Artikel 2, lid 1, van die richtlijn bepaalt:

„Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder tabaksfabrikaten:

a)      sigaretten;

b)      sigaren en cigarillo’s;

c)      rooktabak:

i)      tabak van fijne snede voor het rollen van sigaretten;

ii)      andere soorten rooktabak.”

6        Artikel 3, lid 1, van richtlijn 2011/64 bepaalt:

„Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder sigaretten:

a)      tabaksrolletjes die geschikt zijn om als zodanig te worden gerookt en die geen sigaren of cigarillo’s zijn in de zin van artikel 4, lid 1;

[...]”

7        Artikel 4, lid 1, van die richtlijn luidt als volgt:

„Voor de toepassing van deze richtlijn worden de volgende producten als sigaren of cigarillo’s beschouwd, indien zij geschikt zijn om en, gelet op hun kenmerken en de normale verwachtingen van de consument, uitsluitend bestemd zijn om als zodanig te worden gerookt:

a)      tabaksrolletjes met een dekblad van natuurtabak;

b)      tabaksrolletjes bestaande uit een gebroken melange, met een dekblad van gereconstitueerde tabak dat de normale kleur heeft van een sigaar en het product volledig omhult, in voorkomend geval met inbegrip van het filter, doch zonder het mondstuk (voor sigaren met mondstuk), en waarvan het gewicht per stuk, zonder filter of mondstuk, niet minder dan 2,3 g en niet meer dan 10 g bedraagt en de omtrek over ten minste een derde van de lengte 34 mm of meer bedraagt.

[...]”

 GN-toelichtingen

8        De toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur van de Europese Unie, zoals gewijzigd (PB 2013, C 210, blz. 3; hierna: „GN-toelichtingen”), betreffende onderverdeling 2402 10 00 „sigaren en cigarillo’s, tabak bevattend”, bepalen:

„Sigaren en cigarillo’s zijn tabaksrolletjes die geschikt zijn om te worden gerookt en, gelet op hun kenmerken, uitsluitend bestemd zijn om als zodanig te worden gerookt, met:

a)      een dekblad van natuurtabak dat het product volledig omhult, in voorkomend geval met inbegrip van het filter (doch zonder verdere laag die het dekblad gedeeltelijk omhult), doch niet het mondstuk (voor sigaren met mondstuk), [...]”

 Litouws recht

9        Artikel 3, lid 10, van de Lietuvos Respublikos akcizų įstatymas (Litouwse accijnswet), in de op het hoofdgeding toepasselijke versie (hierna: „accijnswet”), bepaalt:

„Als sigaren of cigarillo’s worden beschouwd:

1)      voor roken bestemde tabaksrolletjes met een dekblad van natuurtabak;

2)      voor roken bestemde tabaksrolletjes bestaande uit een gebroken melange, met een dekblad van gereconstitueerde tabak dat de normale kleur heeft van een sigaar en het product volledig omhult, in voorkomend geval met inbegrip van het filter, doch zonder het mondstuk (voor sigaren met mondstuk), en waarvan het gewicht per stuk, zonder filter of mondstuk, niet minder dan 2,3 g en niet meer dan 10 g bedraagt en de omtrek over ten minste een derde van de lengte 34 mm of meer bedraagt.”

10      Artikel 3, lid 11, van de accijnswet bepaalt:

„Als sigaretten worden beschouwd:

1)      voor roken bestemde tabaksrolletjes die geen sigaren of cigarillo’s zijn in de zin van lid 10 van dit artikel;

[...]”

 Hoofdgeding en prejudiciële vraag

11      Skonis ir kvapas heeft van 1 september 2013 tot en met 17 april 2015 tabaksproducten in Litouwen ingevoerd en deze in het geautomatiseerde systeem voor toezicht op het verkeer van accijnsgoederen, als sigaren of cigarillo’s aangegeven.

12      Naar aanleiding van een bij Skonis ir kvapas uitgevoerde belastingcontrole heeft de nationale belastinginspectie zich op basis van de bevindingen van het douanelaboratorium op het standpunt gesteld dat deze producten niet beantwoordden aan de definitie van sigaren of cigarillo’s in artikel 3, lid 10, van de accijnswet en dat zij in plaats daarvan als sigaretten in de zin van artikel 3, lid 11, van die wet moesten worden beschouwd. Volgens de bevindingen van dat laboratorium waren die producten, die bestonden uit 87 millimeter (mm) lange en 8 mm brede tabaksrolletjes van fijne snede met een filter en een dekblad van natuurtabak, daarenboven ter hoogte van het filter omhuld met een extra papieren laag.

13      Daarom heeft de nationale belastinginspectie bij besluit van 21 september 2015 aan Skonis ir kvapas een naheffingsaanslag, achterstandsrente en een accijnsboete opgelegd.

14      Skonis ir kvapas heeft bij de Mokestinių ginčų komisija prie Lietuvos Respublikos Vyriausybės (commissie voor fiscale geschillen bij de regering van de Republiek Litouwen; hierna: „commissie voor fiscale geschillen”) bezwaar ingediend tegen dat besluit. De commissie voor fiscale geschillen heeft dat bezwaar toegewezen en het besluit nietig verklaard.

15      Het beroep dat door de nationale belastinginspectie is ingesteld tegen de beslissing van de commissie voor fiscale geschillen, is verworpen bij een uitspraak van de Vilniaus apygardos administracinis teismas (bestuursrechter in eerste aanleg Vilnius, Litouwen) van 2 juni 2016.

16      De verwijzende rechter, bij wie de nationale belastinginspectie hogere voorziening heeft ingesteld, is van oordeel dat de beslechting van het geding afhangt van de uitlegging van artikel 4, lid 1, van richtlijn 2011/64. Hij wenst in het bijzonder te vernemen of voor de indeling van die tabaksrolletjes als sigaren of cigarillo’s in de zin van die bepaling van belang is dat het dekblad van natuurtabak of gereconstitueerde tabak waarmee de tabaksrolletjes zijn uitgerust, gedeeltelijk is omhuld met een extra papieren laag.

17      Aangezien volgens die bepaling tabaksrolletjes onder de categorie van sigaren of cigarillo’s vallen wanneer zij zijn uitgerust met een dekblad van natuurtabak of gereconstitueerde tabak, kan enerzijds namelijk ervan worden uitgegaan dat voor die indeling niet relevant is dat een gedeelte van dat dekblad is omhuld met een extra papieren laag.

18      Anderzijds echter blijkt uit het gebruik van het woorddeel „dek” om het in artikel 4, lid 1, van richtlijn 2011/64 bedoelde blad aan te duiden, duidelijk dat dit blad dat zich aan de buitenkant van het tabaksproduct bevindt, van fundamenteel belang is, omdat het zichtbaar is voor de consument. Die vaststelling wordt bevestigd door het gebruik van de zinsnede „dekblad [...] dat de normale kleur heeft van een sigaar” in artikel 4, lid 1, onder b), van die richtlijn. Dat een gedeelte van het dekblad is omhuld met een extra papieren laag kan dus ertoe leiden dat de betrokken producten niet vallen onder de categorie van sigaren en cigarillo’s, aangezien zij niet voldoen aan een van de kenmerken waarin die richtlijn voorziet.

19      Volgens overweging 4 van richtlijn 2011/64 zijn er bovendien verschillende soorten tabaksfabrikaten die zich van elkaar onderscheiden door hun gebruiksdoeleinden. Voorts moet volgens overweging 8 van deze richtlijn met name een sigaar die in veel opzichten lijkt op een sigaret, worden beschouwd als een sigaret. Door het dekblad van natuurtabak ter hoogte van het filter te omhullen met een papieren laag, gaan de in het hoofdgeding aan de orde zijnde producten eruitzien als gewone filtersigaretten.

20      De verwijzende rechter merkt ook op dat in de GN-toelichtingen uitdrukkelijk wordt gesteld dat producten die als sigaren worden erkend, uitgerust moeten zijn met een dekblad van natuurtabak dat het product volledig omhult, in voorkomend geval met inbegrip van het filter doch niet van een extra laag die het dekblad gedeeltelijk omhult.

21      In die omstandigheden heeft de Lietuvos vyriausiasis administracinis teismas (hoogste bestuursrechter, Litouwen) de behandeling van de zaak geschorst en het Hof verzocht om een prejudiciële beslissing over de volgende vraag:

„Moet artikel 4, lid 1, van richtlijn [2011/64] aldus worden uitgelegd dat het begrip ‚sigaren of cigarillo’s’ ziet op het geval waarbij een deel van het dekblad van natuurtabak of gereconstitueerde tabak, is omhuld met nog een andere (papieren) laag, zoals in het hoofdgeding? Is het voor het antwoord op die vraag relevant dat het gebruik van papier als een extra laag rond het dekblad van het tabaksproduct (ter hoogte van het filter) dit product eruit laat zien als een sigaret?”

 Beantwoording van de prejudiciële vraag

22      Vooraf dient in herinnering te worden gebracht dat het aan het Hof staat om uit alle door de verwijzende rechter verschafte gegevens, met name uit de motivering van de verwijzingsbeslissing, de elementen van Unierecht te putten die, gelet op het voorwerp van het hoofdgeding, uitlegging behoeven (arrest van 19 december 2018, AREX CZ, C‑414/17, EU:C:2018:1027, punt 35 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

23      In casu zij erop gewezen dat artikel 4, lid 1, onder a) en b), van richtlijn 2011/64 een onderscheid maakt tussen respectievelijk tabaksrolletjes met een dekblad van natuurtabak en tabaksrolletjes met een dekblad van gereconstitueerde tabak. Uit de door de verwijzende rechter verstrekte informatie blijkt echter dat de in het hoofdgeding aan de orde zijnde producten volledig, ook ter hoogte van het filter, bedekt zijn met een blad van natuurtabak.

24      Met zijn vraag wenst de verwijzende rechter dus in wezen te vernemen of artikel 4, lid 1, onder a), van die richtlijn aldus moet worden uitgelegd dat tabaksproducten als aan de orde in het hoofdgeding, waarbij een deel van het dekblad van natuurtabak ter hoogte van het filter is omhuld met een extra papieren laag, waardoor die producten eruit kunnen zien als sigaretten, vallen onder de categorie van sigaren of cigarillo’s in de zin van die bepaling.

25      Ter waarborging van een uniforme toepassing van richtlijn 2011/64 dienen de begrippen ervan autonoom te worden uitgelegd op basis van de bewoordingen van de betrokken bepalingen, de opzet en de doelstellingen van deze richtlijn (zie naar analogie arrest van 30 maart 2006, Smits-Koolhoven, C‑495/04, EU:C:2006:218, punt 17 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

26      Wat in de eerste plaats de bewoordingen van artikel 4, lid 1, onder a), van richtlijn 2011/64 betreft, daarin wordt enkel bepaald dat tabaksrolletjes met een dekblad van natuurtabak als sigaren of cigarillo’s worden beschouwd indien zij geschikt zijn om en, gelet op hun kenmerken en de normale verwachtingen van de consument, uitsluitend bestemd zijn om als zodanig te worden gerookt. Uit de bewoordingen van deze bepaling volgt derhalve dat tabaksrolletjes die met een dergelijk dekblad van natuurtabak zijn bedekt, in beginsel onder de categorie van sigaren en cigarillo’s in de zin van die bepaling vallen.

27      Wat in de tweede plaats de opzet van die richtlijn betreft, moet worden vastgesteld dat volgens artikel 3, lid 1, onder a), van die richtlijn tabaksrolletjes die geschikt zijn om als zodanig te worden gerookt en die geen sigaren of cigarillo’s zijn in de zin van artikel 4, lid 1, van die richtlijn, sigaretten zijn. Zoals in punt 23 van het onderhavige arrest in herinnering is gebracht, ziet die bepaling zowel op tabaksrolletjes met een dekblad van natuurtabak als op tabaksrolletjes met een dekblad van gereconstitueerde tabak.

28      Hieruit volgt om te beginnen dat het materiaal waaruit dat dekblad bestaat, het essentiële criterium vormt op basis waarvan richtlijn 2011/64 een onderscheid maakt tussen de categorie van sigaren of cigarillo’s en die van sigaretten.

29      Vervolgens dient te worden benadrukt dat met het oog op de indeling in de categorie van sigaren of cigarillo’s, artikel 4, lid 1, onder a), van die richtlijn enkel melding maakt van een dekblad van natuurtabak, terwijl artikel 4, lid 1, onder b), van die richtlijn niet alleen verwijst naar een dekblad van gereconstitueerde tabak, maar daarnaast andere kenmerken vaststelt, die met name zien op het gewicht en de lengte van de tabaksrolletjes en de kleur van het dekblad.

30      Zoals de Litouwse regering en de Europese Commissie in hun schriftelijke opmerkingen en ter terechtzitting hebben opgemerkt, verklaart het feit dat producten met een dekblad van gereconstitueerde tabak er steeds meer gaan uitzien als sigaretten waarom in artikel 4, lid 1, onder b), van richtlijn 2011/64 is voorzien in aanvullende kenmerken, die moeten waarborgen dat de producten die onder die bepaling vallen voor belastingdoeleinden voldoende verschillen van sigaretten.

31      Artikel 4, lid 1, onder a), van die richtlijn, gelezen in het licht van de opzet ervan, moet dus aldus worden uitgelegd dat de betrokken producten, doordat zij zijn uitgerust met een dekblad van natuurtabak, in beginsel onder de categorie van sigaren of cigarillo’s vallen.

32      Evenwel dient te worden nagegaan of de aanwezigheid van een extra papieren laag ter hoogte van het filter een dergelijke indeling in de zin van die richtlijn ter discussie kan stellen.

33      In dit verband zij erop gewezen dat in de definitie van de categorie van sigaren of cigarillo’s in artikel 4, lid 1, van richtlijn 2011/64 voorts is bepaald dat de betrokken producten onder die categorie kunnen vallen indien zij geschikt zijn om en, gelet op hun kenmerken en de normale verwachtingen van de consument, uitsluitend bestemd zijn om als zodanig te worden gerookt.

34      Producten als die welke in het hoofdgeding aan de orde zijn, kunnen dus niet onder de categorie van sigaren of cigarillo’s in de zin van deze richtlijn vallen indien zij, hoewel zij bestaan uit tabaksrolletjes met een dekblad van natuurtabak en gelet op hun kenmerken en de normale verwachtingen van de consument, niet bestemd zijn om als zodanig te worden gerookt.

35      In dit verband blijkt uit de schriftelijke opmerkingen die bij het Hof zijn ingediend en uit de debatten ter terechtzitting dat een dekblad van natuurtabak in de ogen van de consument de tabaksrolletjes die ermee zijn uitgerust een visueel aspect, een verbrandingssnelheid en een smaak bij het roken verleent die deze tabaksrolletjes onderscheidt van sigaretten.

36      Indien, zoals bij de in het hoofdgeding aan de orde zijnde producten, de extra papieren laag alleen het filter omhult en niet het deel van de producten dat wordt verbruikt, kan deze extra laag niet worden geacht afbreuk te doen aan het feit dat deze producten bestemd zijn om als zodanig te worden gerookt.

37      De aanwezigheid van een dergelijke extra papieren laag rechtvaardigt dus niet dat de indeling van producten als die welke in het hoofdgeding aan de orde zijn in de categorie sigaren of cigarillo’s, ter discussie wordt gesteld, aangezien zij voldoen aan de criteria van artikel 4, lid 1, onder a), van richtlijn 2011/64.

38      In de derde plaats wordt een dergelijke uitlegging bevestigd door de met die richtlijn nagestreefde doelstellingen. In dat verband volgt uit artikel 1 van die richtlijn dat deze tot doel heeft de algemene beginselen vast te stellen voor de harmonisatie van de structuur en de tarieven van de accijns welke de lidstaten op tabaksfabrikaten heffen. Daartoe moeten volgens overweging 4 van die richtlijn de verschillende soorten tabaksfabrikaten die zich van elkaar onderscheiden door hun eigenschappen en door hun gebruiksdoeleinden, worden gedefinieerd.

39      Bovendien moet, zoals in wezen in overweging 8 van richtlijn 2011/64 is aangegeven, in het belang van een uniforme en billijke belastingheffing de definitie van sigaretten, sigaren en cigarillo’s en van andere vormen van rooktabak worden vastgesteld zodat producten die in veel opzichten lijken op producten die onder die richtlijn vallen, op dezelfde manier als die producten worden behandeld.

40      Om deze doelstellingen te bereiken, worden in artikel 2, lid 1, van die richtlijn tabaksfabrikaten die onder de in die richtlijn bedoelde harmonisatie vallen, in drie categorieën ingedeeld: de eerste categorie betreft sigaretten, de tweede sigaren en cigarillo’s en de derde rooktabak. Voorts worden in de artikelen 3 tot en met 5 van die richtlijn de producten die onder elke categorie vallen, gedefinieerd op basis van hun specifieke kenmerken.

41      In casu blijkt uit de door de verwijzende rechter verstrekte informatie dat de extra papieren laag waarmee producten als die in het hoofdgeding zijn omhuld, mogelijk kan leiden tot een visuele gelijkenis tussen deze producten en sigaretten. De Litouwse, de Duitse en de Italiaanse regering leiden daaruit af dat, om de doelstelling van overweging 8 van richtlijn 2011/64 te verwezenlijken, dergelijke producten voor de toepassing van die richtlijn als sigaretten moeten worden beschouwd. Een dergelijke uitlegging kan niet worden aanvaard.

42      Om te beginnen kan overweging 8 van richtlijn 2011/64, voor zover daarin wordt gesteld dat een sigaarsoort die in veel opzichten lijkt op een sigaret, moet worden beschouwd als een sigaret, weliswaar als leidraad dienen bij de uitlegging van de criteria die zijn genoemd in artikel 3, lid 1, en artikel 4, lid 1, van die richtlijn om sigaretten te onderscheiden van sigaren of cigarillo’s, doch op grond van die overweging kan niet worden gerechtvaardigd dat de door de Uniewetgever vastgestelde definities voor de indeling van producten als aan de orde in het hoofdgeding, buiten beschouwing worden gelaten.

43      Vervolgens volgt uit de overwegingen 4 en 8 van richtlijn 2011/64 dat de met die richtlijn nagestreefde doelstellingen vereisen dat de verschillende categorieën van tabaksfabrikaten worden gedefinieerd op basis van criteria die zien op de kenmerken en gebruiksdoeleinden ervan, zoals die voor sigaren en cigarillo’s, die in de punten 26 en 28 van het onderhavige arrest in herinnering zijn gebracht.

44      Indien op basis van overweging 8 van richtlijn 2011/64 een beoordeling die uitsluitend betrekking heeft op de visuele gelijkenis van producten als aan de orde in het hoofdgeding met sigaretten, voorrang zou hebben op de criteria die uitdrukkelijk in artikel 4, lid 1, onder a), van deze richtlijn zijn vastgesteld, zou dit dus noodzakelijkerwijs de verwezenlijking van de met die richtlijn beoogde doelstellingen in gevaar kunnen brengen.

45      Bovendien kan de indeling van producten als die welke in het hoofdgeding aan de orde zijn in de categorie van sigaren of cigarillo’s in de zin van richtlijn 2011/64 niet in twijfel worden getrokken op basis van de GN-toelichtingen, die uitdrukkelijk bepalen dat sigaren en cigarillo’s tabaksrolletjes zijn met een dekblad van natuurtabak dat het product volledig omhult (doch zonder verdere laag die het dekblad gedeeltelijk omhult).

46      Zoals de Commissie in haar schriftelijke opmerkingen heeft opgemerkt, kunnen deze toelichtingen geen gevolgen hebben voor de definitie van sigaren of cigarillo’s in de zin van richtlijn 2011/64, aangezien richtlijn 2011/64 – in tegenstelling tot andere richtlijnen betreffende bepaalde accijnsproducten, zoals richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (PB 2003, L 283, blz. 51) – niet verwijst naar de codes van de gecombineerde nomenclatuur voor de definitie van tabaksfabrikaten die binnen de werkingssfeer ervan vallen.

47      Gelet op een en ander moet op de vraag worden geantwoord dat artikel 4, lid 1, onder a), van richtlijn 2011/64 aldus moet worden uitgelegd dat tabaksproducten als aan de orde in het hoofdgeding, waarbij een deel van het dekblad van natuurtabak ter hoogte van het filter is omhuld met een extra papieren laag, waardoor die producten eruit kunnen zien als sigaretten, vallen onder de categorie van sigaren of cigarillo’s in de zin van die bepaling.

 Kosten

48      Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de verwijzende rechter over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Het Hof (Vijfde kamer) verklaart voor recht:

Artikel 4, lid 1, onder a), van richtlijn 2011/64/EU van de Raad van 21 juni 2011 betreffende de structuur en de tarieven van de accijns op tabaksfabrikaten, moet aldus worden uitgelegd dat tabaksproducten als aan de orde in het hoofdgeding, waarbij een deel van het dekblad van natuurtabak ter hoogte van het filter is omhuld met een extra papieren laag, waardoor die producten eruit kunnen zien als sigaretten, vallen onder de categorie van sigaren of cigarillo’s in de zin van die bepaling.

ondertekeningen


*      Procestaal: Litouws.