Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Frankfurt am Main (Duitsland) op 4 november 2019 – Flightright GmbH / Qatar Airways

(Zaak C-810/19)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Landgericht Frankfurt am Main

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Flightright GmbH

Verwerende partij: Qatar Airways

Prejudiciële vragen

Is er ook sprake van een „rechtstreeks aansluitende vlucht” in de zin van artikel 2, onder h), van verordening nr. 261/20041 wanneer in het geval van vluchten die bij één enkele boeking zijn aangekocht en waarbij is voorzien in een overstap op een buiten het grondgebied van de Europese Unie gelegen luchthaven, een langdurig oponthoud op de plaats van tussenlanding is ingepland en de geboekte vervolgvlucht niet de eerstvolgende haalbare vlucht is?

Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord:

moet artikel 3, lid 1, onder a), van verordening nr. 261/2004 aldus worden uitgelegd dat de verordening ook van toepassing is op het luchtvervoer van passagiers met een vlucht die niet op een luchthaven op het grondgebied van een lidstaat begint, maar onderdeel vormt van een en dezelfde boeking die ook een vlucht vanaf een op het grondgebied van een lidstaat gelegen luchthaven omvat, hoewel het niet om een rechtstreeks aansluitende vlucht gaat?

____________

1 Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91 (PB 2004, L 46, blz. 1).