Language of document : ECLI:EU:F:2007:237

BESCHIKKING VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN

(Eerste kamer)

19 december 2007

Zaak F‑84/06

Luigi Marcuccio

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen

„Openbare dienst – Ambtenaren – Sociale zekerheid – Ziekteverzekering – Terugbetaling van ziektekosten – Uitdrukkelijke afwijzing van verzoek”

Betreft: Beroep, ingesteld krachtens de artikelen 236 EG en 152 EA, waarbij L. Marcuccio, een voormalig ambtenaar van de Commissie, onder meer nietigverklaring vordert van het stilzwijgend besluit van het tot aanstelling bevoegd gezag tot afwijzing van zijn verzoeken van 20 juni en 18 juli 2005 om krachtens artikel 72, lid 1, van het Statuut 100 % vergoeding van een aantal ziektekosten te krijgen. Bovendien vraagt hij om de Commissie te veroordelen tot betaling van het verschil tussen het totaalbedrag van de betrokken ziektekosten en het bedrag dat hem uit dien hoofde reeds is vergoed, dat wil zeggen het bedrag van 89,56 EUR. Ten slotte vordert hij dat dit bedrag vanaf 21 juni 2005 wordt vermeerderd met 10 % vertragingsrente met jaarlijkse kapitalisatie.

Beslissing: Het Gerecht voor ambtenarenzaken verklaart zich onbevoegd in zaak F‑84/06, Marcuccio/Commissie, zodat het Gerecht van eerste aanleg in die zaak uitspraak kan doen. De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.

Samenvatting

Procedure – Verdeling van bevoegdheden tussen verschillende gemeenschapsrechters

(Statuut van het Hof van Justitie, bijlage I, art. 8, lid 3; Ambtenarenstatuut, art. 72)

Wanneer bij het Gerecht voor ambtenarenzaken beroep wordt ingesteld tegen de weigering om een ambtenaar 100 % vergoeding van ziektekosten toe te kennen waarop de betrokkene recht stelt te hebben omdat hij aan een geestesziekte zou lijden, is dat Gerecht op grond van artikel 8, lid 3, tweede alinea, van bijlage I bij het Statuut van het Hof van Justitie gehouden zich onbevoegd te verklaren ten gunste van het Gerecht van eerste aanleg, wanneer voor laatstgenoemd Gerecht andere beroepen tussen dezelfde partijen aanhangig zijn die gebaseerd zijn op dezelfde rechtsgrondslag en eveneens betrekking hebben op het recht op 100 % vergoeding van ziektekosten. Deze verschillende beroepen betreffen één en hetzelfde geschil en het lijkt in overeenstemming met een goede rechtsbedeling, die de bepalingen van artikel 8, lid 3, van bijlage I bij het Statuut van het Hof beogen te garanderen, om de beslechting van het gehele geschil aan één rechter toe te vertrouwen.

(cf. punten 8‑16)