Language of document : ECLI:EU:F:2008:39

ARREST VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN

(Tweede kamer)

3 april 2008

Zaak F‑68/06

Reint J. Bakema

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen

„Openbare dienst – Arbeidscontractanten – Indeling in rang – Functiegroep IV – Diploma – Beroepservaring”

Betreft: Beroep, ingesteld krachtens artikel 236 EG en artikel 152 EA, waarbij verzoeker, arbeidscontractant van de Commissie, nietigverklaring vordert van het besluit van het tot het aangaan van aanstellingsovereenkomsten bevoegd gezag houdende afwijzing van zijn klacht tegen het besluit waarbij dat gezag hem heeft ingedeeld in de functiegroep IV, rang 14, salaristrap 1, op grond van een op 25 oktober 2005 ondertekende overeenkomst van arbeidscontractant die op 1 november daaraanvolgend van kracht is geworden, alsmede veroordeling van de Commissie tot indeling van verzoeker in rang 16 van de functiegroep IV en toekenning van een passende schadevergoeding.

Beslissing: Het besluit waarbij het tot het aangaan van aanstellingsovereenkomsten bevoegd gezag verzoeker op grond van zijn op 25 oktober 2005 met de Commissie gesloten overeenkomst als arbeidscontractant heeft ingedeeld in de functiegroep IV, rang 14, salaristap 1, wordt nietig verklaard. De overige vorderingen worden afgewezen. Elke partij zal haar eigen kosten dragen.

Samenvatting

Ambtenaren – Arbeidscontractanten – Indeling

(Ambtenarenstatuut, art. 5, lid 3, sub b; regeling andere personeelsleden, art. 82, lid 2)

Voor de toepassing van artikel 7, lid 1, sub d, en lid 3, van de algemene uitvoeringsbepalingen voor de procedures die de aanstelling en het ambt van arbeidscontractanten bij de Commissie regelen, waarin wordt bepaald dat die functionarissen worden ingedeeld volgens de duur van de relevante beroepservaring berekend vanaf de datum waarop de betrokkene voldoet aan de minimumkwalificaties voor aanstelling, kan de Commissie niet, zonder miskenning van de draagwijdte van artikel 82, lid 2, sub c, van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, volgens hetwelk voor de aanwerving als arbeidscontractant in de functiegroep IV een diploma van een volledige universitaire opleiding van ten minste drie jaar is vereist, zoals wegens de gelijkheid van hun respectieve bewoordingen verduidelijkt door de bepalingen van artikel 5, lid 3, sub b, van het Statuut, dat dezelfde voorwaarde stelt voor de ambtenaren, weigeren om rekening te houden met een diploma zonder eerst de inhoud van het met dat diploma afgesloten onderwijsprogramma te onderzoeken en zonder na te gaan of dat diploma een diploma ter afsluiting van een volledige universitaire opleiding kan zijn.

(cf. punten 41 en 42)