BESCHIKKING VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN

(Eerste kamer)

19 december 2007

Zaak F‑20/07

Luigi Marcuccio

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen

„Openbare dienst – Ambtenaren – Sociale zekerheid – Ziektekostenverzekering – Tenlasteneming van ziektekosten – Uitdrukkelijke afwijzing van verzoek”

Betreft: Beroep, ingesteld krachtens artikel 236 EG en artikel 152 EA, waarbij Marcuccio, een voormalig ambtenaar van de Commissie, onder meer vraagt om nietigverklaring van het besluit van het tot aanstelling bevoegd gezag houdende afwijzing van zijn verzoek van 31 maart 2006 om krachtens artikel 72, lid 1, van het Statuut 100 % vergoeding van bepaalde ziektekosten te krijgen. Voorts vraagt verzoeker om de Commissie te veroordelen tot betaling aan hem van het verschil tussen het totaalbedrag van de betrokken ziektekosten en het bedrag dat hem uit dien hoofde reeds is vergoed, dat wil het bedrag van 323,09 EUR. Ten slotte vraagt hij om dit bedrag te verhogen met een vertragingsrente van 10 %, met jaarlijkse kapitalisatie vanaf 8 april 2006.

Beslissing: Het Gerecht voor ambtenarenzaken verklaart zich onbevoegd in zaak F‑20/07, Marcuccio/Commissie, zodat het Gerecht voor eerste aanleg in die zaak uitspraak kan doen. De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.

Samenvatting

Procedure – Verdeling van bevoegdheden tussen verschillende gemeenschapsrechters

(Statuut van het Hof van Justitie, bijlage I, art. 8, lid 3, Ambtenarenstatuut, art. 72)

Wanneer bij het Gerecht voor ambtenarenzaken beroep wordt ingesteld tegen de weigering om een ambtenaar 100 % vergoeding van ziektekosten toe te kennen waarop de betrokkene recht stelt te hebben omdat hij aan een geestesziekte zou lijden, is het op grond van artikel 8, lid 3, tweede alinea, van bijlage I bij het Statuut van het Hof van Justitie gehouden zich onbevoegd te verklaren ten gunste van het Gerecht van eerste aanleg, wanneer voor laatstgenoemd Gerecht andere beroepen tussen dezelfde partijen aanhangig zijn die gebaseerd zijn op dezelfde rechtsgrondslag en eveneens betrekking hebben op het recht op 100 % vergoeding van ziektekosten. Deze verschillende beroepen betreffen één en hetzelfde geschil en het lijkt in overeenstemming met een goede rechtsbedeling, die de bepalingen van artikel 8, lid 3, van bijlage I bij het Statuut van het Hof beogen te garanderen, om de beslechting van het gehele geding aan één rechter toe te vertrouwen.

(cf. punten 8‑16)