Zaak C‑404/13

The Queen, op verzoek van:

ClientEarth

tegen

The Secretary of State for the Environment, Food and Rural Affairs

(verzoek van de Supreme Court of the United Kingdom om een prejudiciële beslissing)

„Prejudiciële verwijzing – Milieu – Luchtkwaliteit – Richtlijn 2008/50/EG – Grenswaarden voor stikstofdioxide – Verplichting om bij het verzoek om uitstel van het vastgestelde uiterste tijdstip een luchtkwaliteitsplan in te dienen – Sancties”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 19 november 2014

1.        Milieu – Luchtverontreiniging – Luchtkwaliteit – Richtlijn 2008/50 – Grenswaarden voor de bescherming van de menselijke gezondheid – Stikstofdioxide – Onmogelijkheid om in specifieke zones en agglomeraties de grenswaarden na te leven – Uitstel van de nalevingstermijnen – Voorwaarden – Opstellen van een luchtkwaliteitsplan – Indiening van een verzoek – Uitzonderingen op die verplichtingen – Geen

(Richtlijn 2008/50 van het Europees Parlement en de Raad, art. 22, lid 1, en bijlage XI)

2.        Milieu – Luchtverontreiniging – Luchtkwaliteit – Richtlijn 2008/50 – Grenswaarden voor de bescherming van de menselijke gezondheid – Stikstofdioxide – Onmogelijkheid om in specifieke zones en agglomeraties de grenswaarden na te leven – Geen verzoek van de betrokken lidstaat om uitstel van het bij de richtlijn vastgestelde uiterste tijdstip – Opstellen van een luchtkwaliteitsplan – Omstandigheid die niet volstaat om de niet-nakoming van de uit de richtlijn voortvloeiende verplichtingen op te heffen

(Richtlijn 2008/50 van het Europees Parlement en de Raad, art. 13, 22, lid 1, en 23, lid 1, tweede alinea, en bijlage XI)

3.        Milieu – Luchtverontreiniging – Luchtkwaliteit – Richtlijn 2008/50 – Grenswaarden voor de bescherming van de menselijke gezondheid – Stikstofdioxide – Onmogelijkheid om in specifieke zones en agglomeraties de grenswaarden na te leven – Luchtkwaliteitsplannen – Recht voor rechtstreeks getroffen particulieren om van de bevoegde nationale autoriteiten gedaan te krijgen dat zij een dergelijk plan opstellen

(Richtlijn 2008/50 van het Europees Parlement en de Raad, art. 13, en 22, lid 1)

4.        Milieu – Luchtverontreiniging – Luchtkwaliteit – Richtlijn 2008/50 – Grenswaarden voor de bescherming van de menselijke gezondheid – Stikstofdioxide – Niet-naleving door een lidstaat – Geen verzoek om uitstel van het bij de richtlijn vastgestelde uiterste tijdstip – Verplichting voor de lidstaten om een luchtkwaliteitsplan op te stellen – Verplichting van de nationale rechterlijke instanties om alle maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn om nakoming van die verplichting te verzekeren

(Richtlijn 2008/50 van het Europees Parlement en de Raad, art. 13, 22, lid 1, en 23, lid 1, tweede alinea)

1.        Artikel 22, lid 1, van richtlijn 2008/50 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa moet in die zin worden uitgelegd dat het een lidstaat, teneinde het in deze richtlijn vastgestelde uiterste tijdstip voor naleving van de in bijlage XI vermelde grenswaarden voor stikstofdioxide met ten hoogste vijf jaar te kunnen uitstellen, verplicht daarom te verzoeken en een luchtkwaliteitsplan op te stellen, wanneer objectief blijkt dat, rekening gehouden met de bestaande gegevens en ondanks het feit dat deze lidstaat adequate maatregelen ter bestrijding van verontreiniging toepast, overeenstemming met deze grenswaarden in een gegeven zone of agglomeratie niet vanaf het genoemde uiterste tijdstip kan worden bereikt. Richtlijn 2008/50 bevat geen enkele uitzondering op de uit artikel 22, lid 1, voortvloeiende verplichting.

(cf. punt 35, dictum 1)

2.        In het geval waarin blijkt dat de in bijlage XI bij richtlijn 2008/50 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa vastgestelde grenswaarden voor stikstofdioxide in een bepaalde zone of agglomeratie van een lidstaat niet vanaf het in die bijlage genoemde uiterste tijdstip van 1 januari 2010 kunnen worden nageleefd, maar die lidstaat niet overeenkomstig artikel 22, lid 1, van richtlijn 2008/50 om uitstel van dit uiterste tijdstip heeft verzocht, kan niet zonder meer op grond van het feit dat een luchtkwaliteitsplan als bedoeld in artikel 23, lid 1, tweede alinea, van richtlijn 2008/50 is opgesteld, worden aangenomen dat deze lidstaat niettemin heeft voldaan aan de uit hoofde van artikel 13 van die richtlijn op hem rustende verplichtingen.

Een andere uitlegging zou afbreuk doen aan de nuttige werking van de artikelen 13 en 22 van richtlijn 2008/50 omdat een lidstaat daarmee onder minder strikte voorwaarden dan die van dat artikel 22 zou mogen verzuimen het in artikel 13 vastgestelde uiterste tijdstip na te leven.

Bovendien is voor deze uitlegging ook steun te vinden in het feit dat de artikelen 22 en 23 van richtlijn 2008/50 in beginsel toepassing vinden in verschillende situaties en een verschillende reikwijdte hebben.

(cf. punten 44, 46, 49, dictum 2)

3.        Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 52‑56)

4.        Wanneer een lidstaat de vereisten van artikel 13, lid 1, tweede alinea, van richtlijn 2008/50 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa niet heeft nageleefd, maar evenmin onder de voorwaarden van artikel 22 van deze richtlijn om uitstel van het uiterste tijdstip heeft verzocht, staat het aan de bevoegde nationale rechterlijke instantie, waarbij eventueel beroep is ingesteld, om jegens de nationale autoriteit alle noodzakelijke maatregelen te treffen, zoals een bevel, opdat deze autoriteit het in genoemde richtlijn vereiste plan onder de daarin gestelde voorwaarden opstelt.

Wat de inhoud van dat plan betreft, volgt uit artikel 23, lid 1, tweede alinea, van richtlijn 2008/50 dat de lidstaten weliswaar over een beoordelingsmarge beschikken om te bepalen welke maatregelen zij zullen vaststellen, doch deze maatregelen moeten hoe dan ook van dien aard zijn dat de periode van overschrijding van de grenswaarden daarmee zo kort mogelijk kan worden gehouden.

(cf. punten 57, 58, dictum 3)