BESCHIKKING VAN DE PRESIDENT VAN DE EERSTE KAMER VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN VAN DE EUROPESE UNIE

12 december 2012 (*)

„Doorhaling – Afstand van instantie door verzoekende partij – Respectieve verwijzing in kosten”

In zaak F‑106/12,

betreffende een beroep ingesteld krachtens artikel 270 VWEU, op het EGA-Verdrag van toepassing krachtens artikel 106 bis daarvan,

Jacqueline Goddijn, gewezen arbeidscontractant van de Europese Politiedienst, wonende te Breda (Nederland), vertegenwoordigd door W. J. Dammingh en N. D. Dane, advocaten,

verzoekster,

tegen

Europese Politiedienst (Europol), vertegenwoordigd door zijn directeur,

verweerder,

geeft

DE PRESIDENT VAN DE EERSTE KAMER VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN

de navolgende

Beschikking

1        Indien de verzoeker het Gerecht schriftelijk of ter terechtzitting laat weten dat hij afstand doet van instantie, gelast de president, op basis van artikel 74 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, de doorhaling van de zaak in het register en beslist hij over de kosten overeenkomstig artikel 89, lid 5 van het Reglement voor de procesvoering.

2        Ingevolge artikel 89, lid 5, van het Reglement voor de procesvoering wordt de partij die afstand doet van instantie verwezen in de kosten, voor zover dit door de wederpartij in haar opmerkingen over de afstand van instantie is gevorderd.

3        Volgens artikel 89, lid 3, van het Reglement voor de procesvoering draagt elke partij, bij gebreke van een conclusie ten aanzien van de proceskosten, zijn eigen kosten.

4        Bij brief, ingekomen ter griffie van het Gerecht op 15 oktober 2012, heeft verzoekster het Gerecht meegedeeld afstand te doen van instantie.

5        Verzoeksters afstand van instantie werd meegedeeld aan verweerder, die zijn opmerkingen niet binnen de gestelde termijn heeft ingediend.

6        Ingevolge de hierboven aangehaalde bepalingen dient dus, enerzijds, verzoeksters afstand van instantie te worden vastgesteld en de doorhaling van de onderhavige zaak in het register van het Gerecht te worden gelast en dient, anderzijds, bij gebreke van een conclusie van verweerder ten aanzien van de proceskosten, te worden beslist dat elke partij haar eigen kosten zal dragen.

DE PRESIDENT VAN DE EERSTE KAMER VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN

beschikt:

1)      Zaak F‑106/12 wordt doorgehaald in het register van het Gerecht.

2)      Elke partij zal haar eigen kosten dragen.

Luxemburg, 12 december 2012.

De griffier

 

       De president

W. Hakenberg

 

             H. Kreppel


* Procestaal: Nederlands.