Beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken (Eerste kamer) van 27 september 2011 - Lübking e.a. / Commissie

(Zaak F-105/06)1

(Openbare dienst - Ambtenaren - Bevordering - Bevorderingsronde 2005 - Nieuwe loopbaanstructuur - Verlenging van loopbaan door invoering van nieuwe rangen waarvoor in oude Statuut geen equivalent bestaat - Toepassing van artikel 45 van Statuut, van bijlage XIII bij Statuut en van de vanaf 2005 toepasselijke AUB - Beginsel van gelijke behandeling - Terugwerkende kracht van bevorderingsbesluiten tot een datum vóór 1 mei 2004 - Overgangsmaatregelen - Beroep kennelijk gedoemd te worden verworpen)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: Johannes Lübking e.a. (Brussel, België) (vertegenwoordigers: B. Cortese en C. Cortese, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: J. Currall en G. Berscheid, gemachtigden)

Interveniënt aan de zijde van de verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: aanvankelijk M. Simm en B. Driessen, vervolgens M. Bauer, J. Monteiro en K. Zieleśkiewicz, gemachtigden)

Voorwerp

Nietigverklaring van het in Mededelingen van de administratie nr. 85-2005 van 23 november 2005 bekendgemaakte besluit van de Commissie, voor zover verzoekers daarbij in het kader van de bevorderingsronde 2005 zijn bevorderd tot de rang A*9, en niet tot de rang A*10

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

Verzoekers en de Europese Commissie zullen respectievelijk hun eigen kosten dragen.

De Raad van de Europese Unie, interveniënt, draagt zijn eigen kosten.

____________

1 - PB C 281 van 18/11/06, blz. 45.