Beroep ingesteld op 4 september 2019 – Europese Commissie / Koninkrijk Spanje

(Zaak C-658/19)

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: D. Nardi, G. von Rintelen en S. Pardo Quintillán, gemachtigden)

Verwerende partij: Koninkrijk Spanje

Conclusies

vaststellen dat het Koninkrijk Spanje, door niet uiterlijk op 6 mei 2008 de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen die noodzakelijk zijn om te voldoen aan artikel 63, lid 1, van richtlijn (EU) 2016/680/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad1 , de krachtens artikel 63, lid 1, van deze richtlijn op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen;

het Koninkrijk Spanje overeenkomstig artikel 260, lid 3, VWEU een dwangsom opleggen van 89 548,20 EUR per dag – te betalen op een door de Commissie aan te geven rekening – vanaf de datum van de uitspraak van het arrest waarbij wordt vastgesteld dat de verplichting om de bepalingen vast te stellen die nodig zijn om te voldoen aan richtlijn (EU) 2016/680, of in elk geval de verplichting om deze bepalingen aan de Commissie mee te delen, niet is nagekomen;

het Koninkrijk Spanje overeenkomstig artikel 260, lid 3, VWEU veroordelen tot betaling – op een door de Commissie aan te geven rekening – van een forfaitaire som die overeenstemt met een dagtarief van 21 321,00 EUR, vermenigvuldigd met het aantal dagen dat de inbreuk voortduurt, wanneer dit bedrag het minimumbedrag van 5 290 000 EUR overschrijdt;

Het Koninkrijk Spanje verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Overeenkomstig artikel 63, lid 1, van richtlijn (EU) 2016/680 dienden de lidstaten uiterlijk op 6 mei 2018 verplicht de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen, en deze bepalingen onverwijld aan de Commissie mee te delen.

De Commissie is niet in kennis gesteld van de vaststelling en inwerkingtreding van een noodzakelijke uitvoeringsmaatregel, en heeft geen kennis genomen van andere informatie waaruit blijkt dat de richtlijn is omgezet.

Het Koninkrijk Spanje heeft richtlijn (EU) 2016/680 meer dan een jaar na het verstrijken van de omzettingstermijn nog steeds niet omgezet.

____________

1 PB 2016, L 119, blz. 89.