Arrest van het Hof (Derde kamer) van 6 oktober 2015
A tegen B
Verzoek van de High Court of Justice (England & Wales) om een prejudiciële beslissing
Prejudiciële verwijzing – Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken – Bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake ouderlijke verantwoordelijkheid – Verordening (EG) nr. 2201/2003 – Litispendentie – Artikelen 16 en 19, leden 1 en 3 – Procedure tot scheiding van tafel en bed in een eerste lidstaat en echtscheidingsprocedure in een tweede lidstaat – Bevoegdheid van het gerecht waarbij de zaak het eerst is aangebracht – Begrip bevoegdheid die ‚vaststaat’ – Verval van de eerste procedure en instelling van een nieuwe echtscheidingsprocedure in de eerste lidstaat – Gevolgen – Tijdsverschil tussen de lidstaten – Gevolgen voor de procedure tot aanhangigmaking van een zaak bij de gerechten
Zaak C-489/14
Jurisprudentie
gepubliceerd in de digitale Jurisprudentie (Algemene Jurisprudentie)
Links naar de teksten
|
Curia |
EUR-Lex |
Autres Liens |
Conclusie
ECLI:EU:C:2015:559 |
|
|
|
Arrest
ECLI:EU:C:2015:654 |
|
|
|