Arrest van het Hof (Grote kamer) van 18 december 2014
Mohamed M’Bodj tegen Belgische Staat
Verzoek van het Grondwettelijk Hof (België) om een prejudiciële beslissing
Prejudiciële verwijzing – Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Artikel 19, lid 2 – Richtlijn 2004/83/EG – Minimumnormen voor erkenning als vluchteling of als persoon die voor subsidiaire bescherming in aanmerking komt – Persoon die voor subsidiaire bescherming in aanmerking komt – Artikel 15, sub b – Foltering of onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing van een verzoeker in zijn land van herkomst – Artikel 3 – Gunstiger normen – Verzoeker die aan een ernstige ziekte lijdt – Ontbreken van een adequate behandeling in het land van herkomst – Artikel 28 – Sociale voorzieningen – Artikel 29 – Gezondheidszorg
Zaak C‑542/13
Jurisprudentie
gepubliceerd in de digitale Jurisprudentie (Algemene Jurisprudentie)
Links naar de teksten
|
Curia |
EUR-Lex |
Autres Liens |
Conclusie
ECLI:EU:C:2014:2113 |
|
|
|
Arrest
ECLI:EU:C:2014:2452 |
|
|
|