Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 11 september 2014
A tegen B e.a.
Verzoek van het Oberste Gerichtshof om een prejudiciële beslissing
Artikel 267 VWEU – Nationale grondwet – Verplichte incidentele procedure voor grondwettigheidstoetsing – Toetsing van een nationale wet aan zowel het Unierecht als de nationale grondwet – Rechterlijke bevoegdheid en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken – Geen bekende woon- of verblijfplaats van de verweerder op het grondgebied van een lidstaat – Aanwijzing van de bevoegde rechter in geval van verschijning van de verweerder – Procesvertegenwoordiger van de afwezige verweerder
Zaak C‑112/13
Jurisprudentie
gepubliceerd in de digitale Jurisprudentie (Algemene Jurisprudentie)
Links naar de teksten
|
Curia |
EUR-Lex |
Autres Liens |
Conclusie
ECLI:EU:C:2014:207 |
|
|
|
Arrest
ECLI:EU:C:2014:2195 |
|
|
|