Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 8 juli 2021
Koleje Mazowieckie – KM Sp. z o.o. tegen Skarb Państwa – Minister Infrastruktury i Budownictwa obecnie Minister Infrastruktury i Prezes Urzędu Transportu Kolejowego en PKP Polskie Linie Kolejowe S.A.
Verzoek van de Sąd Najwyższy om een prejudiciële beslissing
Prejudiciële verwijzing – Spoorwegvervoer – Toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur – Richtlijn 2001/14/EG – Artikel 4, lid 5 – Tarifering – Artikel 30 – Nationale toezichthoudende instantie die controleert of de rechten voor het gebruik van infrastructuur in overeenstemming zijn met deze richtlijn – Overeenkomst voor het gebruik van infrastructuur tussen de infrastructuurbeheerder en een spoorwegonderneming – Onjuiste omzetting – Overheidsaansprakelijkheid – Vordering tot schadevergoeding – Voorafgaande inschakeling van de nationale toezichthoudende instantie
Zaak C-120/20
Jurisprudentie
nog niet gepubliceerd (Algemene Jurisprudentie)
Links naar de teksten
|
Curia |
EUR-Lex |
Autres Liens |
Arrest
ECLI:EU:C:2021:553 |
|
|
|
Nationale beslissing naar aanleiding van het prejudiciële arrest
|
|
|
|