Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 6 oktober 2021
LU
Verzoek van de Zalaegerszegi Járásbíróság om een prejudiciële beslissing
Prejudiciële verwijzing – Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht – Kaderbesluit 2005/214/JBZ – Tenuitvoerlegging van geldelijke sancties – Beginsel van wederzijdse erkenning – Artikel 5, lid 1 – Strafbare feiten die leiden tot erkenning en tenuitvoerlegging van sanctiebeslissingen zonder toetsing van de dubbele strafbaarheid – Artikel 5, lid 3 – Strafbare feiten waarvoor de lidstaat de erkenning en de tenuitvoerlegging van sanctiebeslissingen afhankelijk kan stellen van de dubbele strafbaarheid – Toetsing door de tenuitvoerleggingsstaat van de juridische kwalificatie die de beslissingsstaat aan het strafbare feit heeft gegeven in het bij de sanctiebeslissing gevoegde certificaat
Zaak C-136/20
Jurisprudentie
nog niet gepubliceerd (Algemene Jurisprudentie)
Links naar de teksten
|
Curia |
EUR-Lex |
Autres Liens |
Conclusie
ECLI:EU:C:2021:412 |
|
|
|
Arrest
ECLI:EU:C:2021:804 |
|
|
|