Beschikking van het Hof (Eerste kamer) van 3 juli 2019
Banco Bilbao Vizcaya Argentaria SA tegen Fernando Quintano Ujeta en María Isabel Sánchez García
Verzoek van de Juzgado de Primera Instancia n° 2 de Santander om een prejudiciële beslissing
Prejudiciële verwijzing – Bescherming van de consument – Richtlijn 93/13/EEG – Artikelen 6 en 7 – Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten – Beding inzake vervroegde opeisbaarheid van een hypothecaire lening – Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Vraag die identiek is aan een vraag waarover het Hof reeds uitspraak heeft gedaan of waarop het antwoord duidelijk uit de rechtspraak kan worden afgeleid – Vaststelling van het deels oneerlijke karakter van het beding – Bevoegdheden van de nationale rechter met betrekking tot een als ,oneerlijk’ gekwalificeerd beding – Vervanging van het oneerlijke beding door een bepaling van nationaal recht – Artikel 53, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Kennelijk niet-ontvankelijke vraag
Zaak C-167/16
Jurisprudentie
gepubliceerd in de digitale Jurisprudentie (Algemene Jurisprudentie - deel "Informatie over de niet-gepubliceerde beslissingen")
Links naar de teksten
|
Curia |
EUR-Lex |
Autres Liens |
Conclusie (C-167/16)
ECLI:EU:C:2018:727 |
|
|
|
Beschikking
ECLI:EU:C:2019:570 |
|
|
|