Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 16 juli 2020
CY tegen Caixabank SA en LG en PK tegen Banco Bilbao Vizcaya Argentaria SA
Verzoeken van de Juzgado de Primera Instancia n° 17 de Palma de Mallorca en de Juzgado de Primera Instancia e Instrucción de Ceuta om een prejudiciële beslissing
Prejudiciële verwijzing – Bescherming van de consument – Richtlijn 93/13/EEG – Artikelen 6 en 7 – Consumentenovereenkomsten – Hypothecaire leningen – Oneerlijke bedingen – Beding dat alle hypothecaire vestigings‑ en doorhalingskosten bij de kredietnemer legt – Gevolgen van de nietigverklaring van die bedingen – Bevoegdheden van de nationale rechter met betrekking tot een als ,oneerlijk’ gekwalificeerd beding – Kostenverdeling – Toepassing van nationale bepalingen van aanvullend recht – Artikel 3, lid 1 – Beoordeling van het oneerlijke karakter van contractuele bedingen – Artikel 4, lid 2 – Uitsluiting van bedingen over het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst of de gelijkwaardigheid van de prijs of vergoeding – Voorwaarde – Artikel 5 – Verplichting om contractuele bedingen duidelijk en begrijpelijk te formuleren – Kosten – Verjaring – Doeltreffendheidsbeginsel
Gevoegde zaken C-224/19 en C-259/19
Jurisprudentie
nog niet gepubliceerd (Algemene Jurisprudentie)
Links naar de teksten
|
Curia |
EUR-Lex |
Autres Liens |
Arrest
ECLI:EU:C:2020:578 |
|
|
|