Arrest van het Hof (Derde kamer) van 3 oktober 2019
Kamil Dziubak en Justyna Dziubak tegen Raiffeisen Bank International AG
Verzoek van de Sąd Okręgowy w Warszawie om een prejudiciële beslissing
Prejudiciële verwijzing – Richtlijn 93/13/EEG – Consumentenovereenkomsten – Oneerlijke bedingen – Hypothecair krediet dat is geïndexeerd op een vreemde valuta – Beding betreffende de bepaling van de wisselkoers tussen valuta’s – Gevolgen van de vaststelling dat een beding oneerlijk is – Mogelijkheid voor de rechter om een einde te maken aan oneerlijke bedingen door gebruik te maken van open normen van burgerlijk recht – Beoordeling van het belang van de consument – Voortbestaan van de overeenkomst zonder de oneerlijke bedingen
Zaak C-260/18
Jurisprudentie
gepubliceerd in de digitale Jurisprudentie (Algemene Jurisprudentie)
Links naar de teksten
|
Curia |
EUR-Lex |
Autres Liens |
Conclusie
ECLI:EU:C:2019:405 |
|
|
|
Arrest
ECLI:EU:C:2019:819 |
|
|
|