Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 1 juli 2021
UE en HC tegen Vorarlberger Landes- und Hypotheken-Bank AG
Verzoek van het Oberste Gerichtshof om een prejudiciële beslissing
Prejudiciële verwijzing – Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken – Verordening (EU) nr. 650/2012 – Europese erfrechtverklaring – Geldigheid van een gewaarmerkt afschrift van de erfrechtverklaring zonder vermelding van een einddatum – Artikel 65, lid 1 – Artikel 69 – Rechtsgevolgen van de verklaring jegens personen die daarop staan vermeld, maar die niet om afgifte ervan hebben verzocht – Artikel 70, lid 3 – Tijdstip waarop de geldigheid van het afschrift wordt beoordeeld – Rechtsgevolgen voor de bewijskracht van het afschrift
Zaak C-301/20
Jurisprudentie
nog niet gepubliceerd (Algemene Jurisprudentie)
Links naar de teksten
|
Curia |
EUR-Lex |
Autres Liens |
Conclusie
ECLI:EU:C:2021:351 |
|
|
|
Arrest
ECLI:EU:C:2021:528 |
|
|
|