Arrest van het Hof (Grote kamer) van 17 december 2020
Centraal Israëlitisch Consistorie van België e.a.
Verzoek van het Grondwettelijk Hof om een prejudiciële beslissing
Prejudiciële verwijzing – Bescherming van dieren bij het doden – Verordening (EG) nr. 1099/2009 – Artikel 4, lid 1 – Verplichting om dieren vóór het doden te bedwelmen – Artikel 4, lid 4 – Uitzondering voor rituele slachtingen – Artikel 26, lid 2 – Mogelijkheid voor de lidstaten om nationale voorschriften vast te stellen om dieren uitgebreider te beschermen bij rituele slachtingen – Uitlegging – Nationale regeling waarbij voor rituele slachtingen omkeerbare bedwelming wordt opgelegd die niet tot de dood kan leiden – Artikel 13 VWEU – Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Artikel 10 – Vrijheid van godsdienst – Vrijheid om zijn godsdienst te belijden – Beperking – Evenredigheid – Geen consensus tussen de lidstaten van de Europese Unie – Beoordelingsmarge van de lidstaten – Subsidiariteitsbeginsel – Geldigheid – Gedifferentieerde behandeling ten aanzien van het ritueel slachten en het doden van dieren bij de jacht, de visvangst en culturele of sportieve activiteiten – Geen discriminatie – Artikelen 20, 21 en 22 van het Handvest van de grondrechten
Zaak C-336/19
Jurisprudentie
nog niet gepubliceerd (Algemene Jurisprudentie)
Links naar de teksten
|
Curia |
EUR-Lex |
Autres Liens |
Conclusie
ECLI:EU:C:2020:695 |
|
|
|
Arrest
ECLI:EU:C:2020:1031 |
|
|
|