Arrest van het Hof (Negende kamer) van 2 december 2021
Vodafone Kabel Deutschland GmbH tegen Bundesverband der Verbraucherzentralen und Verbraucherverbände – Verbraucherzentrale Bundesverband e.V.
Verzoek van het Oberlandesgericht München om een prejudiciële beslissing
Prejudiciële verwijzing – Bescherming van de consument – Richtlijn (EU) 2015/2366 – Betalingsdiensten – Artikel 62, lid 4 – Toepasselijke kosten – Artikel 107, lid 1 – Volledige harmonisatie – Artikel 115, leden 1 en 2 – Omzetting in nationaal recht en toepassing – Abonnementen op kabeltelevisie en internettoegang – Duurovereenkomsten die zijn gesloten voor de datum van omzetting van deze richtlijn – Vergoeding die wordt gevraagd voor betalingstransacties zonder machtiging tot automatische afschrijving die na die datum worden geïnitieerd
Zaak C-484/20
Jurisprudentie
nog niet gepubliceerd (Algemene Jurisprudentie)
Links naar de teksten
|
Curia |
EUR-Lex |
Autres Liens |
Arrest
ECLI:EU:C:2021:975 |
|
|
|