Arrest van het Hof (Negende kamer) van 4 december 2019
UB tegen VA e.a.
Verzoek van Cour de cassation (Frankrijk) om een prejudiciële beslissing
Prejudiciële verwijzing – Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken – Insolventieprocedures – Verordening (EG) nr. 1346/2000 – Artikel 3, lid 1 – Vorderingen die rechtstreeks voortvloeien uit de insolventieprocedure of daar nauw op aansluiten – Verkoop van onroerend goed en vestiging van een hypotheek – Vordering tot niet-tegenwerpbaarheid die is ingesteld door de faillissementscurator – Artikel 25, lid 1 – Exclusieve bevoegdheid van de gerechten van de lidstaat waar de insolventieprocedure is geopend
Zaak C-493/18
Jurisprudentie
gepubliceerd in de digitale Jurisprudentie (Algemene Jurisprudentie)
Links naar de teksten
|
Curia |
EUR-Lex |
Autres Liens |
Arrest
ECLI:EU:C:2019:1046 |
|
|
|
Nationale beslissing naar aanleiding van het prejudiciële arrest
ECLI:FR:CCASS:2020:CO00296 |
|
|
|