Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 25 maart 2021
BT tegen Balgarska Narodna Banka
Verzoek van de Administrativen sad Sofia-grad om een prejudiciële beslissing
Prejudiciële verwijzing – Depositogarantiestelsels – Richtlijn 94/19/EG – Artikel 1, punt 3, onder i) – Artikel 7, lid 6 – Artikel 10, lid 1 – Begrip ‚niet-beschikbaar deposito’ – Vaststelling dat het deposito niet-beschikbaar is – Bevoegde autoriteit – Recht van de deposant op schadeloosstelling – Contractueel beding dat in strijd is met richtlijn 94/19 – Beginsel van voorrang van het Unierecht – Europees Systeem voor financieel toezicht – Europese Bankautoriteit (EBA) – Verordening (EU) nr. 1093/2010 – Artikel 1, lid 2 – Artikel 4, punt 2, onder iii) – Artikel 17, lid 3 – Door de EBA tot een nationale bankautoriteit gerichte aanbeveling betreffende de maatregelen die moeten worden genomen om te voldoen aan richtlijn 94/19 – Rechtsgevolgen – Geldigheid – Sanering en liquidatie van kredietinstellingen – Richtlijn 2001/24/EG – Artikel 2, zevende streepje – Begrip ‚saneringsmaatregelen’ – Verenigbaarheid met artikel 17, lid 1, en artikel 52, lid 1, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Aansprakelijkheid van de lidstaten voor inbreuken op het Unierecht – Voorwaarden – Voldoende gekwalificeerde schending van het Unierecht – Procedurele autonomie van de lidstaten – Beginsel van loyale samenwerking – Artikel 4, lid 3, VEU – Gelijkwaardigheidsbeginsel en doeltreffendheidsbeginsel
Zaak C-501/18
Jurisprudentie
nog niet gepubliceerd (Algemene Jurisprudentie)
Links naar de teksten
|
Curia |
EUR-Lex |
Autres Liens |
Conclusie
ECLI:EU:C:2020:729 |
|
|
|
Arrest
ECLI:EU:C:2021:249 |
|
|
|