Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 19 maart 2020
LH tegen Bevándorlási és Menekültügyi Hivatal
Verzoek van de Fővárosi Közigazgatási és Munkaügyi Bíróság om een prejudiciële beslissing
Prejudiciële verwijzing – Asielbeleid – Gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van internationale bescherming – Richtlijn 2013/32/EU – Verzoek om internationale bescherming – Artikel 33, lid 2 – Gronden voor niet-ontvankelijkheid – Nationale regeling op grond waarvan het verzoek niet-ontvankelijk is wanneer de verzoeker in de betrokken lidstaat is aangekomen via een land waar hij niet aan vervolging of een risico op ernstige schade is blootgesteld of waar toereikende bescherming wordt geboden – Artikel 46 – Recht op een doeltreffende voorziening in rechte – Rechterlijke toetsing van administratieve beslissingen inzake de ontvankelijkheid van verzoeken om internationale bescherming – Beslissingstermijn van acht dagen – Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
Zaak C-564/18
Jurisprudentie
gepubliceerd in de digitale Jurisprudentie (Algemene Jurisprudentie)
Links naar de teksten
|
Curia |
EUR-Lex |
Autres Liens |
Conclusie
ECLI:EU:C:2019:1056 |
|
|
|
Arrest
ECLI:EU:C:2020:218 |
|
|
|