Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 11 juli 2018
Procedure ingeleid door CX
Verzoek van het Verwaltungsgerichtshof om een prejudiciële beslissing
Prejudiciële verwijzing – Internationaal wegvervoer – Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije – Artikel 9 – Aanvullend Protocol – Artikelen 41 en 42 – Vrij verrichten van diensten – Standstillclausule – Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije – Artikelen 5 en 7 – Vrij verkeer van goederen – Nationale regeling waarbij het recht wordt beperkt van in de Republiek Turkije gevestigde goederenvervoerders om hun voertuigen te laten rijden op het grondgebied van de betrokken lidstaat – Verplichting om een vergunning te verkrijgen die wordt afgegeven in het kader van een tussen deze lidstaat en Turkije op grond van een bilaterale overeenkomst vastgesteld contingent, of een vergunning die wordt afgegeven voor een individueel transport met een aanmerkelijk publiek belang
Zaak C-629/16
Jurisprudentie
nog niet gepubliceerd (Algemene Jurisprudentie)
Links naar de teksten
|
Curia |
EUR-Lex |
Autres Liens |
Conclusie
ECLI:EU:C:2018:286 |
|
|
|
Arrest
ECLI:EU:C:2018:556 |
|
|
|