Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 9 juli 2020
SC Raiffeisen Bank SA tegen JB en BRD Groupe Société Générale SA tegen KC
Verzoeken van de Tribunal Specializat Mureş om een prejudiciële beslissing
Prejudiciële verwijzing – Richtlijn 93/13/EEG – Kredietovereenkomst inzake een persoonlijke lening – Volledig nagekomen overeenkomst – Vaststelling van het oneerlijke karakter van contractuele bedingen – Vordering tot restitutie van onverschuldigd betaalde bedragen op grond van een oneerlijke beding – Juridische procedures – Niet voor verjaring vatbare gewone juridische vordering – Persoonlijke, vermogensrechtelijke en voor verjaring vatbare gewone juridische vordering – Aanvang van de verjaringstermijn – Objectief moment van kennisneming door de consument van het bestaan van een oneerlijk beding
Gevoegde zaken C-698/18 en C-699/18
Jurisprudentie
nog niet gepubliceerd (Algemene Jurisprudentie)
Links naar de teksten
|
Curia |
EUR-Lex |
Autres Liens |
Conclusie
ECLI:EU:C:2020:181 |
|
|
|
Arrest
ECLI:EU:C:2020:537 |
|
|
|