Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 22 april 2021
ZM tegen E. A. Frerichs
Verzoek van het Bundesgerichtshof om een prejudiciële beslissing
Prejudiciële verwijzing – Verordening (EG) nr. 1346/2000 – Insolventieprocedures – Artikel 4 – Recht dat van toepassing is op de insolventieprocedure – Recht van de lidstaat op het grondgebied waarvan de insolventieprocedure wordt geopend – Artikel 13 – Voor het geheel van schuldeisers nadelige handelingen – Uitzondering – Voorwaarden – Handeling die onderworpen is aan het recht van een andere lidstaat dan de lidstaat waar de procedure is geopend – Handeling die niet kan worden bestreden op grond van dat recht – Verordening (EG) nr. 593/2008 – Recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst – Artikel 12, lid 1, onder b) – Onderwerpen die worden beheerst door het toepasselijke recht – Nakoming van de uit de overeenkomst voortvloeiende verbintenissen – Betaling die is verricht ter uitvoering van een overeenkomst die onderworpen is aan het recht van een andere lidstaat dan de lidstaat waar de procedure is geopend – Nakoming door een derde – In het kader van een insolventieprocedure ingestelde vordering tot teruggave van het betaalde bedrag – Recht dat op die betaling van toepassing is
Zaak C-73/20
Jurisprudentie
nog niet gepubliceerd (Algemene Jurisprudentie)
Links naar de teksten
|
Curia |
EUR-Lex |
Autres Liens |
Arrest
ECLI:EU:C:2021:315 |
|
|
|