Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 3 september 2020
Profi Credit Polska SA e.a. tegen QJ e.a.
Verzoeken van de Sąd Rejonowy Szczecin – Prawobrzeże i Zachód w Szczecinie en de Sąd Rejonowy w Opatowie om een prejudiciële beslissing
Prejudiciële verwijzing – Consumentenbescherming – Richtlijn 93/13/EEG – Artikel 1, lid 2 – Werkingssfeer – Nationale bepaling waarbij het maximumbedrag aan totale niet-rentekosten van het krediet wordt bepaald – Artikel 3, lid 1 – Contractueel beding op grond waarvan de kosten van de economische activiteit van de kredietgever worden doorberekend aan de consument – Aanzienlijke verstoring van het evenwicht tussen de rechten en verplichtingen van de partijen – Artikel 4, lid 2 – Verplichting om contractuele bedingen duidelijk en begrijpelijk te formuleren – Contractuele bedingen die niet specificeren welke diensten zij beogen te vergoeden – Richtlijn 2008/48/EG – Artikel 3, onder g) – Nationale wettelijke regeling tot vaststelling van een methode voor de berekening van het maximumbedrag aan niet-rentekosten van het krediet dat aan de consument in rekening kan worden gebracht
Gevoegde zaken C-84/19, C-222/19 en C-252/19
Jurisprudentie
nog niet gepubliceerd (Algemene Jurisprudentie)
Links naar de teksten
|
Curia |
EUR-Lex |
Autres Liens |
Conclusie
ECLI:EU:C:2020:259 |
|
|
|
Arrest
ECLI:EU:C:2020:631 |
|
|
|