Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 8 mei 2019
Landeskreditbank Baden-Württemberg – Förderbank tegen Europese Centrale Bank (ECB)
Hogere voorziening – Economisch en monetair beleid – Verordening (EU) nr. 1024/2013 – Artikel 6, lid 4 – Verordening (EU) nr. 468/2014 – Artikel 70, lid 1 – Prudentieel toezicht op kredietinstellingen – Taken opgedragen aan de Europese Centrale Bank (ECB) – Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme – Uitoefening van deze taken door de nationale bevoegde autoriteiten – ‚Minder belangrijke’ kredietinstelling – ‚Bijzondere omstandigheden’ ter rechtvaardiging van de indeling van een kredietinstelling als ‚minder belangrijk’
Zaak C-450/17 P
Jurisprudentie
gepubliceerd in de digitale Jurisprudentie (Algemene Jurisprudentie)
Links naar de teksten
|
Curia |
EUR-Lex |
Autres Liens |
Conclusie
ECLI:EU:C:2018:982 |
|
|
|
Arrest
ECLI:EU:C:2019:372 |
|
|
|