Beschikking van het Hof (Eerste kamer) van 12 februari 2019
Strafzaak tegen RH
Verzoek van de Spetsializiran nakazatelen sad om een prejudiciële beslissing
Prejudiciële verwijzing – Prejudiciële spoedprocedure – Justitiële samenwerking in strafzaken – Richtlijn (EU) 2016/343 – Artikel 4 – Publieke verwijzingen naar schuld – Beslissing tot voorlopige hechtenis – Rechtsmiddelen – Procedure voor de toetsing van de rechtmatigheid van die beslissing – Eerbiediging van het vermoeden van onschuld – Artikel 267 VWEU – Artikel 47, tweede alinea, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Recht op een terechtzitting binnen een redelijke termijn – Nationale regelgeving waarbij de mogelijkheid van nationale rechters om een prejudiciële vraag aan het Hof te stellen wordt beperkt, of die hen verplicht uitspraak te doen zonder het antwoord op die vraag af te wachten – Tuchtrechtelijke sancties ingeval die regelgeving niet wordt nageleefd
Zaak C-8/19 PPU
Jurisprudentie
gepubliceerd in de digitale Jurisprudentie (Algemene Jurisprudentie)
Links naar de teksten
|
Curia |
EUR-Lex |
Autres Liens |
Beschikking
ECLI:EU:C:2019:110 |
|
|
|