Arrest van het Hof (Grote kamer) van 18 juni 2020
Europese Commissie tegen Hongarije
Niet-nakoming – Ontvankelijkheid – Artikel 63 VWEU – Vrij verkeer van kapitaal – Bestaan van een beperking – Bewijslast – Indirecte discriminatie op grond van de herkomst van kapitaal – Artikel 12 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Recht op vrijheid van vereniging – Nationale regeling die strafrechtelijk afdwingbare verplichtingen tot registratie, kennisgeving en bekendmaking oplegt aan verenigingen die financiële steun ontvangen uit andere lidstaten of derde landen – Artikel 7 van het Handvest van de grondrechten – Recht op eerbiediging van het privéleven – Artikel 8, lid 1, van het Handvest van de grondrechten – Recht op bescherming van persoonsgegevens – Nationale regeling die de bekendmaking voorschrijft van gegevens betreffende personen die financiële steun verlenen aan verenigingen en van het bedrag van die steun – Rechtvaardiging – Dwingende reden van algemeen belang – Transparantie van de financiering van verenigingen – Artikel 65 VWEU – Openbare orde – Openbare veiligheid – Bestrijding van het witwassen van geld, van de financiering van terrorisme en van de georganiseerde misdaad – Artikel 52, lid 1, van het Handvest van de grondrechten
Zaak C-78/18
Jurisprudentie
nog niet gepubliceerd (Algemene Jurisprudentie)
Links naar de teksten
|
Curia |
EUR-Lex |
Autres Liens |
Conclusie
ECLI:EU:C:2020:1 |
|
|
|
Arrest
ECLI:EU:C:2020:476 |
|
|
|